Wie is gastheer?

“Op deze berg richt de HEER van de hemelse machten voor alle volken een feestmaal aan.” (Jesaja 25,6a)

Lees Jesaja 25 hardop voor

1 Gastheer zijn

Thijs Launspach is psycholoog. Hij komt veel mensen tegen die zich niet verbonden voelen met anderen. Hij heeft goede ideeën om aan verbinding te werken en één ervan is: wees gastheer en – vrouw. Daarmee laat je zien dat je iets te bieden hebt. Niet alleen de mooie spullen en goed eten maar vooral jezelf, jouw gastvrijheid. Je laat ook zien dat je wilt dienen: je gasten het naar de zin maken. En ten slotte: met het ontvangen van de gasten laat je merken dat jij hen waardevol vindt. Ook niet-christenen zien de waarde van gastvrijheid. Doe iets dat anderen dient en je zult merken dat je je daardoor meer verbonden gaat voelen. (Thijs Launspach, Je bent al genoeg: Mentaal gezond in een gestoorde wereld. Amsterdam: Unieboek | Het Spectrum, 2022).

Vraag: ga na wanneer je voor het laatst gastheer of – vrouw was. Herken je de hierboven beschreven werking? Deel een herinnering aan een ontmoeting waar jij te gast was. Hoe deed de gastheer of – vrouw het?

2 De Heer erkennen

Vlak voor wij de viering van het heilig avondmaal beginnen, wekken wij elkaar op met deze woorden: “Dit brood en deze wijn verwijzen naar het lichaam en het bloed van Jezus Christus. Laten we daarom onze harten richten op Hem, die koning is in de hemel en gastheer aan deze tafel.” (Formulier 4 in het Gereformeerd Kerkboek [2017], 703). In de profetie van Jesaja zien wij ook hij erop wijst dat God de gastheer is van een komend feestmaal: “Op deze berg richt de HEER van de hemelse machten voor alle volken een feestmaal aan.” (Jesaja 25,6a) De boodschap daarvan is spannend: de volken van deze wereld krijgen de vrede en de overwinning op de dood dus niet zelf klaargespeeld. En wie toch van de overvloedige zegen wil genieten, kan dat alleen doen door de gastheer te erkennen: de HEER van de hemelse machten.

  • Bespreek vraag en antwoord 81 van de Heidelbergse Catechismus:
  • Voor wie is het avondmaal van de Here ingesteld? Antwoord: Voor hen die om hun zonden een afkeer van zichzelf hebben en toch vertrouwen dat deze hun om Christus’ wil vergeven zijn, en dat ook de overblijvende zwakheid door zijn lijden en sterven bedekt is; die ook begeren hoe langer hoe meer hun geloof te versterken en hun leven te beteren. Maar de huichelaars en zij die zich niet van harte tot God bekeren, halen door hun eten en drinken een oordeel over zich.

3 Zwakke kracht

Het eerste avondmaal werd gevierd bij de Joodse Pesachmaaltijd (Matteüs 26,19). Jezus brak het brood. Hij liet de beker rondgaan. (26,26 en 27) Daarom zeggen wij dat Hij de gastheer is als wij avondmaal vieren. Dat geeft een bijzondere invulling aan de titel ‘HEER van de hemelse machten’.  Die engelenlegers zongen bij zijn geboorte (Lukas 2,13-14) maar werden niet ingezet bij zijn arrestatie (Johannes 19,36). De almachtige God toont zijn kracht in zwakheid: die van het kruis. Hij stoot machtigen van de troon (Lukas 1,52) met de zwakke kracht van de liefde. Hij laat genade voor recht gelden en spreekt goddelozen vrij (Romeinen 3,21v)

Ken je voorbeelden van de ‘zwakke kracht van de liefde’? Deel die verhalen met elkaar.

4 Geen hoogmoed

Wie Jesaja 25 doorleest komt veel tegen wat we ook vinden in het laatste Bijbelboek Openbaring. De hoofdstukken 24-27 van Jesaja worden ook wel de Openbaring van Jesaja genoemd (Apocalyps). Voor een goed begrip van hoofdstuk 25 is het aan te bevelen deze vier hoofdstukken helemaal te lezen. Helder is dat God een prachtige toekomst voorbereidt.
Maar een ding is ook klip en klaar. De zonde komt er niet in, in het hemelse feest. Hoogmoed is de zonde die vooral wordt genoemd, zie Jesaja 25,10-12 over Moab.

  • Ga na welke zinnen uit Jesaja 25 je terug kunt vinden in Openbaring.
  • Bespreek het volgende citaat: “De hoogmoed is gelijk aan een magneet, en wijst altijd naar één punt: het eigen ik; doch anders dan een magneet heeft zij geen aantrekkende pool, doch stoot aan alle punten af.”  (Charles Caleb Colton, Engels schrijver 1780 – 1832)