Positieve kanten

Ik ben niet zo van het werkwoord ‘genieten’. Hoewel ik ergens de stem van de Prediker hoor (11,8), verzet ik me tegen het verplichte ervan in onze sociale omgang. “Geniet ervan!”, als je op vakantie gaat. Nee, dank je. Genot is net als geluk, wat mij betreft: het overkomt je en is geen resultaat van planning. Ook het ouder worden is niet een strategisch proces op weg naar meer genieten. Maar ik laat me toch even meenemen in een fraai hoofdstuk over De positieve kanten van ouder worden, uit het mooie boek van Dick Kits en Hedda Schut Het nieuwe oud.

Zij presenteren de volgende grafiek (64):

De grijze lijn is de fysieke ontwikkeling en de blauwe lijn de persoonlijke ontwikkeling. Beide lijnen zijn een gemiddelde, er is afwijking naar boven of beneden is bij beide. Die afwijking wordt groter naarmate de leeftijd oploopt. Maar dit is het goede nieuws van de grafiek: “Waar de lichamelijke functies geleidelijk verminderen bij het ouder worden, groeien en rijpen de geestelijke en sociale vaardigheden. Wellicht draagt dit ertoe bij dat mensen na hun vijftigste gelukkiger en positiever zijn, zoals onderzoeken hebben aan getoond.” (65)

Dit zijn de voordelen van de ouderdom die de schrijvers op een rij zetten:

  • Onbelangrijke dingen worden echt onbelangrijk
  • Kunnen genieten van je investeringen in het leven
  • Ervaring en wijsheid delen
  • Makkelijker beslissen op basis van ervaringen
  • Genieten van kinderen en kleinkinderen
  • Status en ego zijn minder belangrijk
  • Minder lasten en verplichtingen
  • Genieten van eenvoud, de essentie
  • Minder stress en emotionele stabiliteit
  • Kunnen terugkijken en vooruitzien
  • Kunnen filosoferen over het leven
  • Levenservaring en mensenkennis hebben
  • Moeten wordt mogen
  • Toleranter en verstandiger worden
  • Kunnen luisteren zonder oordeel
  • Content zijn
  • Rust hebben

“Bij de meesten vinden tussen het 45e een 55e levensjaar persoonlijke en praktische veranderingen plaats. Status en ego worden minder belangrijk, er is meer aandacht voor de ander en innerlijke waarden worden belangrijker dan uiterlijkheden. Daarnaast brengen levenservaring en levenswijsheid een grotere emotionele stabiliteit. Ook het gedrag veranderd, dat meer wordt bepaald vanuit eigen keuzes en minder uit maatschappelijke (werk, huishouding, opvoeding) en sociaal opgelegde verplichtingen (voldoen aan wensen van de omgeving).” (63)

Ik zeg vaak ‘hoe ouder hoe beter’ maar het blijft wel een strijd om dat waar te maken. Ik herken een en ander uit de lijst maar niet als rijpe appel die in je schoot vallen. Neem het eerstgenoemde: “Onbelangrijke dingen worden echt onbelangrijk.” Het is werken en soms hard werken om dit te zien gebeuren. Het ideaal van de oude wijze is gekozen maar de weg erheen blijft een kwestie van oefenen, ook als je achtenvijftig bent.

Dick Kits en Hedda Schut, Het nieuwe oud. Wat ouder worden boeiend maakt. Gorinchem: Kroese Kits uitgeverij, 2011.