Onruststokers en wij

Ga je beginnen met deze Bijbelstudie? Luister eerst even dit.

1 De gelovigen in de landstreek Galatië hebben een Keltische achtergrond en zijn onbesneden. Paulus had hen, bij hun bekering, niet opgeroepen zich te laten besnijden. Voor hem is dat evident: “Als u zich laat besnijden, zal Christus u niets baten.” (5,2) Maar inmiddels zijn er Joodse geloofsgenoten in de buurt gekomen die direct of indirect aandrang uitoefenen op de gelovigen in Galatië om zich toch aan die besnijdenis te onderwerpen. En zo onderdeel te worden van het Joodse volk. Paulus heeft gehoord dat de Galaten hiertoe wel bereid waren.

  1. Zou je een of meer redenen kunnen verzinnen waarom de Galaten het wel redelijk en passend konden vinden om op het voorstel in te gaan?

2 Het gaat hier dus om medechristenen, van Joodse komaf. Paulus zegt dat zij willen voorkomen dat zij vervolgd worden omwille van het kruis van Christus. (6,12) Het kruis van Christus is voor deze gelovigen dus, net als voor de Galatische christenen, het symbool van hun redding. Maar zij komen wel met de boodschap dat christenen-uit-de-heidenen besneden moeten worden en volgens de eerste beginselen van de joodse traditie gaan leven (denk aan de cultische kalender). Ook als een goede invulling van het christelijke leven.

  1. Probeer eens in de schoenen van de joodse christenen te gaan staan en noem een aantal argumenten die je aan de Galaten zou kunnen voorhouden, om zich te laten besnijden.

3 Wat kan voor deze joodse christenen het voordeel zijn van de besnijdenis van de gelovigen in Galatië? Prof. Van Bruggen geeft deze uitleg in zijn commentaar op de brief aan de Galaten: “Wanneer joodse christenen teveel omgang hadden met de onbesneden christenen uit de volken, werd hun dit kwalijk genomen door hun niet-christelijke volksgenoten. Het leek verraad aan het volk en daarom nam men een dreigende houding aan tegen zulke mede-joden, wanneer zij teveel contact hadden met onbesneden heidenen (christenen uit de volken).” (28)

  1. Lees Handelingen 21,27-30: hier zie je een concreet voorbeeld van wat er kan gebeuren als onbesnedenen in de buurt van het joodse Heilige komen.

4 De joodse christenen laten zich intimideren door hun volksgenoten. Dat kan dus opgelost worden als hun geloofsgenoten van heidense afkomst, bijvoorbeeld de Galaten, zich zouden laten opnemen in het joodse volk door middel van de besnijdenis. Het gaat dus niet om de weg tot behoud. Dat is Christus. Het gaat om een compromisvoorstel ten behoeve van een veilige samenleving van joodse christenen.

  1. Opnieuw, denk je eens in hoe het zou zijn om joods-christen te zijn? Welke negatieve gevolgen kan de omgang met christenen van niet Joodse afkomst voor hen met zich meebrengen?
  2. Zoek eens via Open Doors (de website) op wat de gevolgen van druk uit je omgeving kan zijn?
  3. Ervaar jij wel eens onder de druk om te aan te passen (ten koste van je overgave aan Jezus Christus)? Wie of wat is daarvan dan de oorzaak?
  4. We lezen Handelingen 16,1-3 dat Paulus Timoteüs laat besnijden ter wille van de joden. In deze brief aan de Galaten vertelt hij dat Titus niet besneden hoefde te worden (2,3). Hoe zit het nu? De ene keer wel de andere keer niet? Betrek hierbij ook 1 Korinte 7,17-20 en 9,19-23.

5 Het profiel of de identiteit van de ‘onruststokers’ (5,12) moeten we grotendeels ontlenen aan de brief zelf. Dat noemen we ‘spiegellezing’: het spiegelen van de passages van de auteur en zo het beeld van de opponenten construeren. Deze methode kent haar risico’s: hoe onderscheid je in Paulus’ schrijven uiteenzetting, polemiek of verdedigend antwoord? Kan het zijn dat Paulus het beeld vervormt – emotioneel als hij is – met als gevolg dat zijn tegenstanders zich niet zouden herkennen in de beschrijving of typering? Opletten dus, ook al hebben weinig anders als startpunt. En bedenken dat de brief niet rechtsreeks aan hen gericht is. De brief is bestemd voor de gelovigen in de landstreek Galatië. Met hen is de heilige apostel in gesprek, emotioneel in gesprek, om hen bij Christus te bewaren.

  1. Stel Paulus zou een brief rechtsreeks aan de joodse christenen adresseren, wat zou er dan instaan? Stel hen een alternatieve weg voor om met de druk van hun volksgenoten om te gaan.

Voor verdere studie en gesprek:

  • Lees uit de Nederlandse Geloofsbelijdenis artikel 37. Hier klinkt de taal van de verdrukte. Kun je je in deze tekst inleven? Waar haak je af?
  • Zoek op de site van Evangelie en Moslims naar getuigenissen van mensen die onder druk van de familie hun geloof moesten zien te behouden. Ken je zulke mensen in je eigen omgeving? Wat kunnen wij voor hen doen? https://evangelie-moslims.nl/
  • Veel mensen in landen waar de kerk verdrukt wordt, zeggen dat zij veel bidden om goddelijke bescherming voor de christenen in het Westen. Snap je dat?
  • Bespreek de volgende casus: Je bevindt je in een bedrijf van je zwager waar je werkt als financieel adviseur. Je hebt altijd het beste voor gehad met het bedrijf en je collega’s, en je bent vastbesloten om eerlijk en integer te werk te gaan. Echter, op een dag wordt je door je leidinggevende naar zijn kantoor geroepen. Daar aangekomen, merk je dat er een gespannen sfeer hangt. Je leidinggevende begint te praten over een “belangrijke zakelijke beslissing” en vertelt je dat het bedrijf zich in een financiële crisis bevindt. Hij legt uit dat er een manier is om het bedrijf te redden, maar dat het enige offers vergt. Hij laat een aantal documenten zien waaruit blijkt dat het bedrijf op het punt staat een grote som geld te ontvangen van een dubieuze bron. Het geld zou via offshore rekeningen en andere schimmige constructies binnenkomen, en jouw rol als financieel adviseur zou zijn om deze transacties te verdoezelen en ervoor te zorgen dat alles op papier legitiem lijkt. Je voelt je ongemakkelijk en begint vragen te stellen, maar je leidinggevende benadrukt dat dit de enige manier is om ontslagen te voorkomen en het voortbestaan van het bedrijf te garanderen. Hij vertelt je dat hij volledig vertrouwt op jouw loyaliteit aan familie en bedrijf en op jouw professionaliteit om deze “lastige situatie” te managen.
  1. Bespreek met elkaar de afwegingen. Wat als je ‘ja’ zegt en ‘wat als je ‘nee’ zegt. Hoe communiceer je dat met je leidinggevende en met je zwager?