Krachtige herhaling

In Ezra 2,1-70 vinden wij een opsomming van inwoners van de provincie Juda, die zijn teruggekeerd uit de ballingschap in Babylonië. Nadat de namen van de leiders zijn genoemd volgen de categorieën: Israëlitische mannen (deels ‘afstammelingen van’, deels ‘inwoners van’), priesters, Levieten, tempelzangers, poortwachters, tempelknechten, afstammelingen van de slaven van Salomo. In Nehemia 7,6-72 vinden we dezelfde lijst, met dezelfde categorieën. Er zijn kleine verschillen in naamspellingen en aantallen, die snel kunnen worden verklaard als schrijffouten. Het duidelijke verschil aan het slot van het hoofdstuk gaat over de eerste activiteiten. In Ezra 2,68-69 komen zij bij de tempel en dragen bij aan de herbouw van de tempel. In Nehemia 7,69-71 gaat om het om de bijdrage aan de tempeldienst. De herbouw is dan al vergevorderd. De getallen van de bijdragen verschillen daar ook. Verder lezen wij in Ezra 2,68 dat de ‘familiehoofden’ hun bijdrage leveren, in Nehemia 7,71 over de ‘de overige teruggekeerde ballingen’. Dat drukt daar uit dat niet alleen de leiders, maar een breder deel verantwoordelijk was voor de herbouw van het tempelcomplex en de hervatting van de tempeldienst.

Als we nu aannemen dat de beide boeken Ezra en Nehemia ooit als één boek bestonden, wat kan dan de reden zijn dat de schrijver deze lijst zo herhaalt? Als we de vraag zo stellen, willen wij dus de literaire bedoeling van de schrijver snappen. Dat is soms een goede ingang om ook de theologische of geestelijke betekenis te vinden.

Vanuit literair oogpunt is een herhaling in de eerste plaats een middel om een sterke band tussen gedeelten te leggen. Het gedeelte ertussen wordt door de delen, die herhaald worden, omsloten. In dit geval gaat het om de verhalen over het leggen van het fundament in Ezra 3 tot en met het plaatsen van de deuren in de poorten in Nehemia 7,1-3. We lezen in Nehemia 8,1 niet voor niets voor het eerst dat ‘het voltallige volk’ zich verzamelde op het plein voor de Waterpoort. Met de herhaling van de lijst van mensen met wie het begon is het tussendeel afgerond en komt de volgende fase.

In de tweede plaats is de herhaling een manier om nadruk ergens op te leggen. Blijkbaar wil de schrijver dat wij juist dat niet vergeten. Als dat nu die lijst met namen is, dan gaat het hem er blijkbaar om dat de lezer niet vergeet wie er uit de ballingschap terugkwamen. Zíj zijn de dragers van het hele verhaal, zíj hebben de herbouw verricht, zíj werden door de spotters omringd en moesten hun werkzaamheden soms door tegendruk onderbreken. Het gaat er om dat wij niet alleen de namen van de leiders onthouden (Zerubbabel, Jesua, Ezra, Nehemia), maar ook van de anderen en de namen van hun voorvaders en de aantallen. Voor lezers als wij lijkt dat verspilde moeite. Wij missen de context van destijds om die concrete serie namen op waarde te schatten. Wel leren wij er in het algemeen van dat bij God ieder mens telt.

De herhaling legt ook een verbinding tussen het verleden en het heden in het verhaal. Dat is de derde functie van de herhaling. De teruggekeerden, die het werk begonnen, worden nog een keer naar voren gehaald op het moment dat de bouw compleet is. Als je dan bovendien bedenkt welk verschil er is tussen Ezra 2 en Nehemia 7, dan wordt dat idee nog sterker. Ik noemde hierboven al dat niet alleen de leiders bijdragen (Ezra 2), maar ook ‘de overige teruggekeerde ballingen’. (Nehemia 7) Zo worden zij, ook voor de lezers van het boek, gezien als actieve deelgenoten aan de festiviteiten die daarna volgen. Zij vieren samen het ‘succes’ dat God gegeven heeft. Het heden kan zich niet losmaken van het verleden. De herhaling onderstreept die gedachte.

Wie op die manier leest, merkt dat er ook voor de latere lezers betekenis aan te ontlenen is. Wij zijn ‘latere lezers’. Wij missen veel informatie om de waarde van de getallen en de namen te snappen. Maar als je het op een andere manier bekijkt is het toch waardevol. We leren dat het God gaat om het volk dat de kracht kreeg zijn wil uit te voeren, we leren dat elk individu daarin telt, we leren dat het voorgeslacht belangrijk is voor het nageslacht, allemaal zaken die wij in onze tijd op onze manier moeten toepassen. Dat is nu het leuke van literair bijbellezen.

Naar aanleiding van: Tamara Cohn Eskenazi, In an Age of Prose. A literary Approach to Ezra-Nehemia (Series of Biblical Literature Monograph Series), Atlanta Georgia 1988 en: Jan Fokkelman en Wim Weren (red.), De Bijbel Literair, Opbouw en gedachtegang van de bijbelse geschriften en hun onderlinge relaties. Meinema/Pelckmans, Zoetermeer/Kapellen, 2003