Ester feministe?

“Mordechai deed het denkwerk, Ester volgde simpelweg zijn aanwijzingen.” Met woorden van deze strekking is de bijdrage van Ester door sommigen getypeerd. Mordechai drukt haar op het hart om te zwijgen over haar afkomst, Mordechai is degene die de samenzwering ontdekt, Mordechai beseft de ernst van de situatie en haalt Ester over om de gevaarlijke missie naar de koning te maken. (2,10 en 20; 2,22; 4,1 en 8) Ester ‘wordt overgebracht’ naar het paleis van de koning, Ester gehoorzaamt haar oom en zwijgt, Ester doet wat haar is opgedragen en gaat naar de koning. (2,8; 2,10 en 20; 4,17) De verhoudingen liggen duidelijk en voor je weet koppel je het aan bestaande beelden over mannen en vrouwen: mannen als degenen die initiatieven (moeten) nemen en plannen maken (rationeel) en vrouwen die volgzaam (moeten) zijn.

Het is helder dat het boek Ester gelezen kan worden met een feministische interesse. Feministen zijn mannen en vrouwen “die ongelijke (machts)verhoudingen tussen mannen en vrouwen kritisch analyseren en emancipatie nastreven op economisch, politiek, sociaal en persoonlijk vlak.” (Wikipedia) In de Westerse geschiedenis zijn in de afgelopen 150 jaar verschillende golven van feminisme en emancipatie geweest. Op allerlei terreinen van het leven zijn de verhoudingen tussen mannen en vrouwen geanalyseerd. Veelal is de ongelijkheid een vorm van onrecht gebleken. We kunnen dat bijvoorbeeld aanwijzen waar het gaat om het actieve en passieve stemrecht in de samenleving. Ook het stemmen van vrouwen in de kerkelijke setting vinden wij intussen de normaalste zaak van de wereld. Niemand denkt eraan dat terug te brengen tot de situatie van voor 1993, toen de mogelijkheid daartoe binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt geopend werd.

Vanuit deze interesse kun je de vraag stellen welke man-vrouwverhouding we in Bijbelse geschiedenissen aantreffen. Naast Ester, of eigenlijk, eerder dan Ester, valt dan natuurlijk koningin Vasti op. Zij weigert haar man, de koning, te gehoorzamen. (1,12) We leren koning Ahasveros in het boek kennen als een wispelturig man. Dat maakt de moed van koningin Vasti alleen maar groter. Het heeft waarschijnlijk alles te maken met de opdracht die zij kreeg: zij moest haar schoonheid komen tonen aan de feestende mannen (van wie in elk geval haar eigen man beschonken was, 1,10). Wie hecht aan de patriarchale hiërarchische verhouding in het huwelijk, aan de voorbeeldfunctie van hooggeplaatsten en aan de harmonie in het rijk, die zal deze weigering verwerpelijk vinden. Zie de raadgevers van de koning na afloop. (1,13-18) Maar wie het respect voor vrouwen en hun lichaam minstens even belangrijk vindt als de net genoemde waarden, of zelfs belangrijker, hij of zij zal Vasti prijzen om haar stap. De koningin moet op z’n minst vermoed hebben dat het haar positie kon kosten, of zelfs haar leven.

Vergeleken met Vasti lijkt Ester volgzamer. De ongelijkheid van de omstandigheden maken de vergelijking echter lastig. Vasti is – naar we aannemen – van Perzische afkomst, net als haar man. Ester is een meisje uit een ander volk (ook al is dat niet bekend aan het hof). Zij is één van de velen die voor de koningin-verkiezing is geronseld. (2,8) Zij wordt beoordeeld op maagdelijkheid en schoonheid. (2,2) Na de nacht met de koning is haar plaats aan het hof, met haar dienaressen, volstrekt afhankelijk van de grillen van de koning. Dat realiseert zij zich ook als Mordechai haar naar de koning stuurt. (4,11) Haar volgzame opstelling in het begin van het verhaal is mede te verklaren dat zij als jongere opgevoed is door haar oom Mordechai. (2,5-7) Haar handelen kan daarom niet zo maar vergeleken worden met die van koningin Vasti.

“Esther mag dan geen feministisch icoon zijn voor vrouwen uit de eerste en tweede wereld, zij is dat wel voor vrouwen uit derde wereldlanden en voor vrouwen uit minderheidsgroeperingen – vrouwen die hun weg moeten vinden en sterk moeten zijn in onuitsprekelijk moeilijke omstandigheden, zoals zij die gedwongen worden om te trouwen met mannen die zij niet liefhebben, vrouwen die slachtoffer zijn van mensenhandel, die lijden onder de gruwelen zoals die Joden die ondergingen in de Holocaust, die hun menselijke waardigheid behouden in conflicten die vrouwen en kinderen uit huis en land verjagen, in veel landen van de wereld.” Dat schrijft Princess O’Nika Auguste en zij wijst erop dat de mogelijkheid om op te komen voor mensenrechten sterk afhankelijk is van de situatie.

Zo bekeken is Ester een heldin. In het verhaal zijn er details genoeg die laten zien dat zij niet alleen volgzaam kan zijn, maar ook inventief, moedig en wijs. Mordechai verzoekt haar met klem om naar de koning te gaan, om genade te smeken en voor haar volk te pleiten. (4,8) Maar Ester is degene die oproept tot de vasten, de eerste, enige hint in het verhaal naar een religieuze toewijding – ging dat niet standaard samen met gebed? (4,16) Als vrouw denkt zij na over de kleding (5,1), als de koning haar binnenlaat, neemt zij de wijze stap om hem en Haman uit te nodigen voor een banket. (5,4) Gezien het feit dat feestelijke maaltijden eerder in de geschiedenis een grote rol speelden (hoofdstuk 1 en 2), is dat een handige move: de welwillendheid van een wellustig vorst wordt vergroot. Als zij dan ook nog een vertraging toepast door een tweede banket te organiseren alvorens met haar punt te komen (5,8), dan geeft zij blijk van vaardigheid en lef in het spelen van het relationele spel in licht ontvlambare situaties. Zij weet tegelijk haar nederige plaats te benadrukken door keurige frasen: “Als het de koning goeddunkt…” (5,4 en 8, zie ook 7,3 en 8,5) Maar als zij dan haar punt mag maken is het direct en to the point. Zij wijst niet alleen op de dreigende ramp voor haar en haar volk, maar ook over de mogelijke schade voor de belangen van de koning! (7,6) En daarna doorzetten, zie 8,3. Aan het slot vertelt het verhaal hoe Ester en Mordechai samen leiding geven! (9,29-32)

Ester heeft meer in haar mars dan alleen haar mooie lichaam of vrouwelijke charme. Zij is schrander en weet de juiste situatie te creëren binnen de beperkingen die het hof aan haar stelt. Op deze manier heeft zij haar zaak gewonnen en het volk van de ondergang gered. Als je nu vanuit feministische interesse het boek Ester leest, dan is de les niet zozeer dat je voor onderdrukten moet opkomen (altijd goed), maar vooral dat volgzaamheid, wijsheid in moeilijke situaties en moed heel goed samen kunnen gaan.
En vanuit Bijbelse wijsheid voegen we er een woord aan toe, met name voor mannen: “Een heerser laat zich overtuigen door geduld, kalme woorden breken krachtige tegenstand.” (Spreuken 25,15)

Voor dit artikel maakte ik gebruik van: Was Esther a Post-Colonial Feminist? geschreven voor Princess O’Nika Auguste.