De Heer komt!

“Dus altijd wanneer u dit brood eet en uit de beker drinkt, verkondigt u de dood van de Heer, totdat Hij komt.”

1 Korinte 11,26.

Lees voor de context van deze uitspraak 1 Korinte 11,17-34 hardop voor.

1 De Heer komt!

Bij het avondmaal heeft de Jezus Christus nadrukkelijk gezegd dat het om een tijdelijke viering zou gaan. Tenminste, we doen het totdat Hij weer mét ons van de wijn zal drinken, als Gods rijk in volle kracht is doorgebroken (Matteüs 26,29). Voor de leerlingen van Jezus is het zonneklaar dat die belofte van terugkeer ons leven gaat stempelen. Een greep uit de teksten: Handelingen 3,20-21; 1 Korinte 16,22; 2 Tessalonicensen 1,7-8; Jakobus 5,7; 1 Johannes 2,18; Hebreeën 6,11-12; Openbaring 22,7. Ook het gebed dat Jezus ons leerde (het ‘Onze Vader’) kun je typeren als een gebed voor onderweg (“Laat uw rijk komen!”).

Vraag: Dit voorjaar [2022] gaven mensen zich op voor de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne. Dat betekende dat aanpassingen werden getroffen in huis. Maak eens de vergelijking met de komst van de Heer: welke aanpassingen zouden er voor jou persoonlijk en ons samen nodig zijn om Hem respectvol en royaal te ontvangen? (betrek hierbij Hebreeën 12,1)

2 Verkondigen

Het is opvallend dat Paulus hier spreekt over het verkondigen van de dood van de Heer. Niet zijn opstanding. Dat is ook belangrijk maar bij de maaltijd viering staat de dood centraal. Wij denken terug aan Jezus’ bittere kruisdood. Dat gedenken nodigt uit om jezelf te toetsen.

Ik bood in de inleiding op de viering een eigen verwoording gegeven van wat in het klassieke avondmaalsformulier staat bij de zelfbeproeving (Gereformeerd Kerkboek [2017], 687) Bespreek deze passage en geef er waar mogelijk een persoonlijke invulling aan: hoe is dat in jou leven?

  • “Wie straks naar voren komt, komt belijden dat de dood van de Heer nodig was voor onze zonden. Wij hebben gezondigd, wij hebben gezondigd, wij hebben zwaar gezondigd. Zijn bittere dood laat zien hoe erg het was.
  • Wie straks naar voren komt, laat zien hoezeer je verlangt naar de vergeving van je schuld. Wat is het mooi dat God naar ons wil kijken alsof wij Christus zelf zijn. Volmaakt goed.
  • Wie straks naar voren komt, spreekt uit dat je in je leven (thuis, school, werk, buurt, politiek, sport, waar dan ook) God wil dienen, oprecht en zonder reserve. Je verklaart dat je alle vijandschap, haat en jaloezie van harte aflegt. Je wil in liefde en vrede met je naaste leven.”

3 Altijd wanneer

De apostel geeft in zijn brief aan de kerk in Korinte niet met zoveel woorden aan hoe vaak je avondmaal moet vieren. Op dit ogenblik verschilt het per lokale gemeente. In de vroeg-christelijke kerk was de maaltijd van de Heer onderdeel van de wekelijkse gemeente-maaltijd (stel je groepen voor van 30 tot 50 mensen).

Wat zou het betekenen als wij elke week avondmaal zouden willen vieren?


Waarom zeggen wij bij het uitdelen van het brood: “Het lichaam van Christus, voor jou.”?

  • Dat zeggen we met opzet zo. Christus wil ons leren dat zijn lijden en dood echt te vergelijken is met eten. Zo wordt je geloof gevoed. Zoals brood je lichaam voedt, zo is Jezus’ dood het voedsel dat je eeuwig laat leven. (Lees maar Johannes 6,53-55)
  • Door het heel concreet aan te pakken en op te eten heb je het bewijs in handen dat Christus’ Geest aan het werk is. Hij laat je geloven in Christus’ liefde voor jou. Wat Hij deed is echt helemaal voor jou. Daarom zeggen wij het zo sterk: “Het lichaam van Christus, voor jou.” (Lees hierbij 1 Korinte 10,16)

(Dit is een vrije weergave van antwoord 79 van ons kerkelijk leerboek, de Heidelbergse Catechismus).