Dat wat nabij wordt gebracht

Nu ik nog eens rustig door het boek Leviticus heenga, valt me op hoeveel soorten offers mogelijk en soms noodzakelijk waren in het oude Israël. Naast het prominente brandoffer, ook het graanoffer, het vredeoffer en het zondoffer. De omgang met de HERE vroeg veel. Het is rabbijn Jonathan Sacks (1948-2020) die daaraan betekenis geeft: “Vanuit menselijk perspectief gezien is het offer een proces van onszelf openstellen voor God door af te zien van iets dat van onszelf is. Wij brengen een geschenk uit genegenheid, zoals een kind aan zijn ouders.” (72) In het jodendom kan God niet worden omgekocht.

Prof. dr. Theo van Baaren, in leven (1912-1989) godsdiensthistoricus aan de Universiteit van Groningen, typeert in zijn boek Het offer het ritueel als een handeling die iets profaans overbrengt naar het sacrale: “Als werkhypothese, maar ook niet meer dan dat, zou ik daarom de volgende definitie willen voorstellen: Het offer is een sacrale handeling waardoor iets uit de profane sfeer wordt overgebracht naar de sacrale sfeer, respectievelijk een sacrale handeling waardoor de sacrale potentie van wezens of dingen die zich reeds binnen die sfeer bevinden wordt versterkt.” (9) Het is altijd fijn om met de godsdienstwetenschappen te beginnen. Zo valt hier direct de overgang op. Gewone dingen worden heilig door de handeling zelf. Zonder die handeling ontstaat het heilige niet, bekeken van de mens uit. De HEER schreef zijn oude volk een veelheid van dergelijke rituelen voor. Het gewone leven moet op allerlei manieren boven zichzelf worden uitgetild.
Van Baaren onderscheidt vier wortelvormen van het offer (10-12):

  • Het offer als gave waarop een wedergave behoort te volgen
  • Het offer als het afstaan van iets eigens ten behoeve van een ander zonder dat het afstaan van de eigen rechten direct en principieel correleert met het verwerven van enig nieuw recht
  • Het offer als herhaling van een mythisch oergebeuren
  • Het offer als symbolische wereld- of zelfheiliging

Ook het jodendom is in praktijk niet gevrijwaard gebleven van die eerste functie, die het omkopen kan benaderen. Daar zat de kwalijke kant aan dat men zo ruimte wilde creëren voor een zondige, schadelijke levensstijl. De aanhoudende kritiek van de profeten op de offers was dat de offers gezien werden als een manier om God tevreden te stellen zodat ze vrij spel hadden om macht uit te oefenen over machtelozen. Het ritueel los van de ethiek. Sacks stelt de voor de hand liggende vraag waarom God de offers voorschreef met zoveel risico van misbruik. Zijn antwoord is: het is een handeling tussen God als vader en de Israëlieten als zijn kinderen. “Het grootste geschenk dat ouders een kind kunnen geven, is de waardigheid van het kunnen geven.” (70) Het is een vaderlijke vorm van nederigheid die wij hier bij God aantreffen. Gods grootheid is zijn nederigheid. Zo is het offer een uitdrukking van een Ik-Gij-relatie. Overal waar je verantwoordelijkheid voor elkaar neemt, kom je een keer tot de vraag wat je wilt offeren voor de relatie. Tot en met het offer van jezelf, uit liefde. Een gezin waar geen offers worden gebracht voor elkaar, is een dysfunctioneel gezin. Een van de woorden voor offer in het Hebreeuws is korban ‘dat wat nabij wordt gebracht’. In de Bijbelse wereld is het offer het antwoord op de vraag: Hoe kunnen we God nabij komen die groter is dan het universum en voorbij de tijd? (72)

Het resultaat van offeren aan God is dat we als andere mensen naar de wereld terugkeren. “Als we afstand doen van ons eigenaarschap van iets (een dier of een deel van de oogst), erkennen we dat de wereld het eigendom is van God.” (72). Wij beheren slechts wat van God is. “Uiteindelijk zou het gebed de plaats gaan innemen van het offer en het offeren van woorden een vervanging worden voor de offergave van dieren of graan. De gemeenschappelijke noemer bleef: nabij komen door nabij te brengen.” (73, zie ook 82)


Naar aanleiding van: Jonathan Sacks, Leviticus: Boek van het heilige (serie: Verbond en Dialoog: Joodse lezing van de Tora). Middelburg: Skandalon, 2020. Oorspronkelijke titel: Covenant & Conversation, a Weekly Reading of the Jewish Bible –  Leviticus, the Book of Holiness. Vertaald door Karl van Klaveren.

Th. P. van Baaren, Het offer: Inleiding tot een complex religieus verschijnsel. Utrecht: Bijleveld, [z.j.]


Een andere indeling van de offers biedt dr. K. Roubos: “Om in de bonte verscheidenheid enig inzicht te krijgen kunnen we deze indeling maken: er zijn offers die als gave bedoeld zijn, – offers die de gemeenschap stichten of onderhouden – en offers die een verzoenend karakter dragen. Men dient echter te bedenken dat de drie facetten bij alle offerplechtigheid in meerdere of meerdere mate aanwezig zijn, al staat een van de drie afwisselend op de voorgrond.” (489)

K. Roubos, ‘Bijbelse instellingen’ In: A.S. van der Woude (hoofdred.), Bijbels Handboek I: De Wereld van de Bijbel, Kampen: Kok, 1981, 471-520.