Over durven in duistere dagen
Lees Ester 4,1-17 hardop voor.
1 Durven doe je samen
De aanhoudende woorden van Mordechai brengen Ester tot het besluit: zij zal naar de koning gaan, ook al loopt zij een groot risico. Het bijzondere is dat zij daarbij de rugdekking zoekt van de Joden in Susa. Dat is zijn de snel en goed bereikbare volksgenoten. Van hen vraagt zij de solidariteit van een driedaags vasten. In het boek is dat een van de schaarse verwijzing naar religieuze rituelen (zie ook 4,3). De naam van de HEER wordt in het geheel niet genoemd. Er is geen sprake van verwijzing naar de (vroegere) cultus. Het lijkt erop dat heel bewust gekozen is voor een ‘verborgen God’. Dat zou natuurlijk heel goed passen bij de situatie van de ballingschap. De Heer had Israël heengezonden en de scheiding voltrokken. Op Hem mag je dus niet vanzelfsprekend rekenen. Als je dan toch gaat vasten – zoals onderdeel was van de Mozaïsche wetgeving – wil je dus laten zien dat je Gods wil wil respecteren, hoe dan ook.
- Welke ervaringen heb je zelf met vasten in de strikte zin van onthouding van voedsel en drank?
- Vergelijk de oproep van Ester met de oproep van de Heer aan zijn leerlingen om met Hem te waken in Getsemane (Markus 14,32-42).
- Wat doet het samen bidden van de gemeente in Handelingen 12?
2 Als het echt gevaarlijk is
De klimaatdiscussie kent een grote zwakte: we voelen de dreiging te weinig acuut. Daarom voelen wij niet meer noodzaak dan kleine stapjes (bijvoorbeeld: iets minder reizen). De interne oorlog van een volk tegen een minderheidsgroep, binnen afzienbare termijn, geeft een andere urgentie: het is erop of eronder. Ester vertelt het verhaal van de Joden in Perzië, maar wie verder de Joodse geschiedenis doorneemt weet dat dit zich vaak herhaald heeft. En in andere delen van de wereld ook. Denk aan de genocide van de Armeniërs of de strijd tussen Tutsi’s en Hutu’s in Rwanda. Wie kan het verschil maken? Als mensen aanwijzen dat jij dicht bij de macht zit, kan je de druk voelen om tot actie over te gaan. Als je met groot risico toch de stap gaat zetten, dan kun je denken aan de woorden van Ester: moet ik omkomen, dan zal ik omkomen.
- Had Ester de druk van Mordechai kunnen weerstaan en zeggen: ik ga niet. Want ik durf niet.
- Op welke moment (of momenten) staat Jezus voor deze keuze?
- In de klimaatcrisis stellen wij mensen ons vertrouwen op wetenschappelijk onderzoek, technologische innovatie en vertrouwen in de menselijke wil tot overleven.
3 De risico’s aanvaarden
Jezus is omgekomen. Het paradoxale van zijn dood is dat het juist de winnende zet bleek: “Door Gods genade kwam zijn dood iedereen ten goede.” (Hebreeën 2,9) Hij leeft en vraagt van zijn volgelingen zoveel trouw dat het risico van dood niet denkbeeldig is. De leerling staat niet boven de meester. Wat zij Hem hebben aangedaan kan ook ons overkomen (Johannes 15,20). Het lijden afmaken staat er zelfs in Kolossenzen Het geheim zit erin dat wij in feite al dood zijn voor de zonde. Matteus 16,25: we zijn al gestorven met hem.
4 De macht van het kruis
Ester heeft gegokt en gewonnen. De uitkomst is dat Haman verliest en de Joden zich mogen gaan verdedigen. In de starre wereld van Meden Perzen kan geen besluit worden teruggedraaid. Alleen een nieuw besluit kan ruimte geven. Het leidt tot een hard einde van het verhaal. Er vallen veel slachtoffers “Maar hun bezittingen raakten zij met geen vinger aan.” (9,10 en 15)
- Haman wilde de haat van Amalek omzetten in een nieuwe poging tot vernietiging van Israël. Volg het spoor van het Amalekitische door het OT: Exodus 17; Deuteronomium 25; 1 Samuel 15.
- Zijn er situaties waarin christenen zich gewapend mogen verzetten tegen de vijand?
- Wie werkt voor de overheid of zit op machtige posities in de zakelijke wereld kan er erg aan gewend raken. Je gaat de zaken steevast beoordelen vanuit de macht. Je gaat jezelf erg belangrijk vinden, zo niet, onmisbaar. Op welke manier is de macht van Christus vrij van bederf? Hoe toont Hij zijn macht?
Om verder te bespreken:
- Het boek Ester is een van de vijf feestrollen. De Joodse indeling van wat wij als christenen het Oude Testament noemen, kent drie afdelingen: de Torah, de Profeten en de Geschriften. De laatste groep (‘Geschriften’) bevat boeken die verzameld en geordend zijn in en na de ballingschap. Vijf boeken zijn feestrollen omdat deze op feestdagen in de synagoge worden gelezen: Ruth (Wekenfeest), Hooglied (Pesach), Klaagliederen (gedenkdag verwoesting van de tempel), Prediker (Loofhuttenfeest) en Ester (Poerim).
- Het Poerimfeest wordt nog steeds uitbundig gevierd. Hoe dat toegaat in de synagoge, las ik in de volgende beschrijving: “Voor buitenstaanders is het bijwonen van het lezen van de Estherrol in de synagoge een vervreemdende ervaring. Sommige mensen dragen ‘carnavals’kleding. Soms hebben zelfs de voorlezer en de voorzanger een carnavalachtig pak aan. De rol moeten worden ‘gelaind’, gelezen op een oude melodie. We waren een keer in een synagoge waar de voorlezer voor hij aan de Megilla [= feestrol] begon eerst het Horst Wessellied neuriede. Voor hem betekende het lezen van de Megilla ook de bizarre herinnering aan Nazi-Duitsland. Daarna begon hij pas de Estherrol te lezen. Het lezen blijft rustig, totdat de voorlezer bij Esther 3:1 komt. Dan breekt ‘de hel’ los. Het is de eerste keer dat de naam Haman voorkomt in de tekst. De voorlezer moet die naam lezen, want hij staat in de tekst. Maar die naam mag niet gehoord worden en niemand wil hem horen. Dus is het de gewoonte om met stampvoeten, met slaan op de banken en met houten ratels de naam van Haman onhoorbaar te maken.” Dr. G.H. Cohen Stuart, Joodse feesten en vasten: een reis over de zee van de Talmoed naar de wereld van het Nieuwe Testament. (vierde druk) Baarn: Ten Have, 2006, 283-284.