De Schrijfster Barbara Ehrenreich schreef in 1989 een boek met de titel: Fear of Falling: The Inner Life of the Middle Class. De Amerikaanse middenklasse van managers, advocaten, consultants en andere experts uit de dienstensector had tussen de jaren vijftig en tachtig een mooie opwaartse beweging meegemaakt. Zij waren in welvaart en status snel opgeklommen zonder de basis van oud geld van voorouders. Maar zij werden bang. “Ze raakten in de greep van twee angsten: het mogelijke verlies van hun positie in het samenleving, en het vooruitzicht dat hun kinderen een minder welvarend leven te wachten stond.” (42) Roxane van Iperen, begenadigd essayiste, dit voorjaar een pittig verhaal over de middenklasse in Nederland: Eigen welzijn eerst. Zij ziet een vergelijkbare ontwikkeling hier. En ik kan het moeilijk zomaar naast me neerleggen. Sociaal-economisch behoren M en ik tot deze klasse. Wij hebben welvaart en status bereikt die hoger uitkwam dan die van onze ouders. Hebben ook wij last van de Amerikaanse fear of falling? En heeft ook ons dat gebracht bij de houding dat mensen uit andere groepen en klassen geweerd moeten worden? Eigen welzijn eerst?
Volgens Van Iperen zijn de liberale waarden langzaam maar zeker ingeleverd. Liberaal is om te vinden dat ieder alle kansen krijgt: individuele vrijheid en kansen ongeacht je afkomst, kleur of religie. Daarvoor in de plaats kwam een indeling in eerste- en tweederangsburgers. Wie niet meekomt heeft het aan zichzelf te danken. Migranten en nieuwkomers vormen een bedreiging voor de eigen verworven privileges. Waar de uitsluitingstaal eerst gebezigd werd voor vreemde culturen wordt het nu vilein en egocentrisch omgezet naar de positieve taal: de zelfzorg die nodig is. Maar de uitsluiting van kwetsbare groepen blijft erbij bestaan. “Kansengelijkheid en de vrijheid voor ieder individu om zich naar vermogen te ontplooien als drijvende waarden achter de middenklasse, zijn sluipenderwijs ingeruild voor een mentaliteit waarin iets acceptabel werd wat daar haaks op staat: eerste en tweederangsburgerschap. Daarnaast werd het frame om dit te legitimeren omgekeerd van iets negatiefs – de angst voor het vreemde, naar iets positiefs – de noodzaak tot zelfzorg.” (138)
Wat levert enige zelfanalyse hierover op? Sinds M is gaan werken hebben we een gestage groei van inkomen en welvaart meegemaakt. Ik schat in dat wij in groter welstand leven dan mijn en haar ouders. Wel hebben wij nogal wat euro’s in de ontwikkeling van onze kinderen gestoken. Op cruciale momenten verstrekten wij geldbedragen om hen uit acute brand te helpen. En natuurlijk bij in de studietijd. Sinds de kinderen zelfstandig zijn kunnen wij meer sparen en door de verhuizing naar een kleinere woning zijn onze maandlasten verminderd. We hoeven niet te aarzelen als wij leuke kleine dingen willen kopen die het leven aangenaam maken. En bij grotere bedragen hebben wij ervoor kunnen sparen. We geven weg aan die doelen die wij ook daadwerkelijk goed vinden. We proberen steeds meer duurzaam te leven, dat mag wat extra’s kosten.
Er heerst een lichte dreiging van inkomensonzekerheid vanwege het werken in de kerk. De vanzelfsprekende financiële ondersteuning wankelt nu de inkomsten van de geloofsgemeenschap geleidelijk teruglopen. Concrete angst voor welzijnsterugval hebben we niet. Maar onbezorgd leven we ook niet meer helemaal. Omdat we werken in een dominant witte kerk met goed opgeleide mensen, vergelijken wij ons allereerst met de medekerkleden. In een Vinexwijk als Zwolle-Stadshagen is men bezig met opwaartse sociale en economische mobiliteit. De ouders van de dertigers en veertigers zijn vergelijkbaar met ons en misschien is het teruglopen van de giften voor de kerk wel een signaal van wat dat bevolkingscohort van dertigers en veertigers meemaakt: de grens aan de groei en actuele terugval. Sterke inflatie en hoge gasprijzen.
Volgens Roxane van Iperen moet de overheid meer zekerheden bieden. (140) En de burgers uit hun defensieve stemgedrag stappen. “Extremen bestrijden begint in het midden. Met het besef dat het eigenbelang gediend is door langetermijnplannen, goede publieke voorzieningen voor iedereen en investeringen in de burgers die sociale stijging mogelijk maken, van íedere burger.” (143)
En wat nu als je jezelf ook nog christen noemt?
Ik denk dat Jezus ons erop zou wijzen dat wij allemaal leven van de geef: “In alles heb ik u getoond,” zegt de heilige apostel Paulus tot de verzamelde oudsten uit Efeze, “dat u de zwakken, door hard werken, moet steunen, indachtig de woorden van de Heer Jezus, die immers gezegd heeft: ‘Geven maakt gelukkiger dan ontvangen.’” (Handelingen 20,35). Zo loskomen van je zelfzorg kan alleen in groot vertrouwen op Vaderzorg: “Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben.” (Matteüs 6,32) Denken dat je jezelf moet redden is in de grond niets anders dan afgoderij, zeker als wij ‘onszelf’ definiëren naar een mate van bezit of inkomen.
Naar aanleiding van: Roxane van Iperen, Eigen welzijn eerst: Hoe de middenklasse haar liberale waarden verloor. Amsterdam: Thomas Rap, 2022. Een sterke passage is het verhaal over vrienden ‘M’. die door Big Tech en desinformatie het complottenfuik in zwemt en hopeloos in wij-zij terechtkomt, 126-135. “Een bepaald type mens krijgt in complottheorieën wat hij of zij al zocht: een bevredigend antwoord op de ongrijpbare, frustrerende en soms niet te bevatten realiteit van bepaalde gebeurtenissen.” (132)
