Transformerende ervaringen

Ineens dacht ik: ‘The End of Youth Ministry’, betekent dat nu het einde van het jeugdwerk of het doel ervan, zeg maar het beoogde resultaat. Door M getipt kwam kort geleden in terecht bij Rooted Ministry, opgezet om kerken en ouders toe te rusten en in staat te stellen om trouw jonge mensen te begeleiden in de richting van een levenslang geloof in Jezus Christus. In een podcast ging het over een recente publicatie van Andrew Root. Hij is Carrie Olson Baalson Professor of Youth and Family Ministry at Luther Seminary in het Amerikaanse St.Paul. Omdat ik me bevind in een werkwerkelijkheid van een jonge gemeente kocht ik zijn boek: The End of Youth Ministry? Why Parents Don’t Really Care about Youth Groups and What Youth Workers Schould Do about it. Meer nog dan het uitdagende vraagteken was de ondertitel aantrekkelijk. Veel ouders hebben torenhoge verwachtingen van het kerkelijke jeugdgroep. Maar intussen is bij velen het geluk van de kinderen prio nummer 1. En dat betekent dat ontspanning, sport, muziek of wat dan ook super belangrijk is. Niet de avond voor de kerkelijke jeugdgroep maar het deelnemen aan de sportwedstrijden en of het bijbaantje op zondag. Ik zie van nabij de kant van jeugdwerkers in de kerk en vooral de lichte radeloosheid: wat moet je doen om uit die tweederangs positie te komen? Is dat nog mogelijk of moeten we de strijd opgeven? Prof. Andrew Root schiet te hulp met dit boek en ik kan niet anders zeggen dat het lezen de tijdsinvestering waard is. Dit boek ondersteunt allen die zich afvragen wat jeugdwerk in de kerk betekenen kan anno nu. Hier een leesverslag.

Root giet het denkproces in zijn boek in de vorm van aantal gesprekken met mensen die ertoe doen bij dit onderwerp. Zo neemt hij ons mee in de gesprekken met drie sets ouders: de Rodriguez-Eriksons, de Tuckers en de Dahls. Het zijn levensechte conversaties die naar boven halen dat de ouders vooral uit zijn op het geluk van hun kinderen. Dat wil zeggen het afschermen van mogelijk emotionele schade en het laten vinden van ‘hun ding’. “Ik young people can’t find their thing, receiving the affirmation and recognition of who they are through this thing, they will be lost in knowing who they are.” (48) Root wijst er vervolgens op dat het uitvinden van wie je echt bent een individuele, innerlijke zoektocht is. Het gevoel krijgen van This is me, zoals Demi Lovato in een leuke clip ons laat zien (klik hier)

Root bouwt hier voort op de analyses over identiteit en de seculiere tijd van de Canadese filosoof Charles Taylor: het woord recognition staat erbij centraal. De verwachting van ouders is dat jeugdwerk in de kerk aan die identiteitszoektocht bijdraagt. De jeugdgroep mag één van de bijdragen zijn en wordt zeker niet de centrale. Het komt in de marge. “But full acceptance of the internal sense of identity seems to inevitably push youth ministry and, more importantly, Christianity (or even religious ways of being and knowing) to the margins.” (65, zie ook 124 en 162).

Daar heeft het jeugdwerk geen antwoord op. (164) Root helpt dat antwoord te vinden door de verbinding met ‘het goede’ weer te leggen. Elke identiteitsvorming is gericht op een groot Goed in je leven. Wat opent voor jou een mooie toekomst, een vol of voller leven? Een jongeman kwam aan Jezus vragen wat het goede is dat hij zou moeten doen om het eeuwig leven te beërven (Matteus 9,16vv, zie Root 2, 7, 145-146, 167) Vanuit het geloof in Jezus Christus kunnen we dan zeggen dat God, onze Schepper, de bron van het Goede is. De ontmoeting met Hem, dat is waar het doel van het jeugdwerk in gelegen is. “Youth Ministry is for the Good. For youth ministry to be about God, it must be about seeking and follwing the Good. Youth ministry’s aim is not just a good life – every basketball camp, debate club, and computer club claims to deliver this. This good life offers – and sometimes provides – happiness, identity, and recognition. Yet what youth ministry aims for is a Good life. It seeks to give young people visions and practices in which the point of life is to encounter and particpate in the Good. It aims for the Good as an end, and it seeks an encounter with God as the source of the Good.” (115)

Wij leven narratief en dat wil zeggen dat jongeren in de christelijke gemeente hun eigen persoon kunnen leren kennen door de verhalen. “The chruch as a whole must pass on narratives through their own personhood, which young people can live within.” (164, zie ook 151 en 188) En dan komt het erop aan die verhalen te stempelen door Christus. Christus’ verhaal van dood en opstanding is onze identiteit. Dat kunnen transformerende ervaringen worden in het leven van jongeren, die een vreugde zullen geven die boven fun en leuk uit gaat. (68, 109vv, 111, 169, 184, 191v) Het wordt een ‘open leven’ met de ervaring dat de ontmoeting met God je steeds meer tot je menselijke bestemming brengt. Tegen het einde van het boek brengt Root ons bij Paulus die door de Heer zelf getransformeerd werd (zie Handelingen 9,4-5). “Pauls zo deeply identifies with this event that it recasts his identity.” (197) Het is een verhaal dat alleen al in het boek Handelingen meer dan eens verteld wordt. Kijk dat bedoelt Root: verhalen vertellen! In zulke dialogen leer je jezelf kennen.


Andrew Root, The End of Youth Ministry? Why Parents Don’t Really Care about Youth Groups and What Youth Workers Schould Do about it. Grand Rapid, Michigan: Baker Academic, 2020.

In een voetnoot typeert hij Growing young (89 noot 34): “… they teeter on this line of making ecclesial recognition more of a central driver than divine action of obedience to dicerning and following the living Jesus. What ultimately mobilizes their mutual initiatives is church recognition – which they believe will win retention.” Vertaald: “… ze wankelen op de lijn om kerkelijke erkenning meer een centrale drijfveer te maken dan goddelijke actie van gehoorzaamheid aan het onderscheiden en volgen van de levende Jezus. Wat uiteindelijk hun wederzijdse initiatieven mobiliseert, is kerkelijke erkenning – waarvan zij geloven dat ze behouden zullen blijven.”

En een eervolle vermelding van Brené Brown: “We’re too tired to be vulnarable enough to share these events that make us (enter Brené Brown).” (191)

Heel verhelderend vond ik de analyse die Root geeft over het ressentiment dat met streven naar erkenning meekomt. Ressentiment is het gevoel dat je onrecht bent aangedaan, verwond door een of andere gebeurtenis, en je miskent wordt. (86v, zie ook 138, 156, 182, 223) Wie streeft naar erkenning door z’n omgeving kan jaloers worden van de meerdere aandacht die anderen krijgen. De vriendschap die Jezus aanbiedt en realiseert in zijn levensverhaal helpt om het ressentiment te ontsnappen. (220, zie bijzonder 223) Christus vriendschap is een doel in zichzelf en geeft je alles, ook als je ziet de Heer ook anderen zijn volle aandacht geeft. Jij krijgt niet minder als je ziet hoe Hij ook in het leven van anderen volop actief is.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *