Mee met Anna?

Waar wil je naar toe als je zingt:

Take me to the place where your peace and you love overflows
Where my heart is set free from all shame and guilt, chains are undone

Het kan niet anders dan de hemel zijn, de paradijselijke situatie. Je kunt je wereldse gelegenheden voorstellen waarin je je volledig vredig voelt (extase, roes), je kunt je relaties indenken waarin je je vrij voelt en geen schuld of schaamte ervaart (liefde, vriendschap), maar de plaats die hier bij uitstek om bekend staat, is de hemel, toch? De aanwezigheid van God en dat permament.

Waarom zou een mens daarheen willen? Anna Golden zingt:

‘Cause I want to know what it feels like when Heaven touches Earth and I’m caught in between. I want to know what it feels like for the glory of the Lord to fall on me

Zij wil weten hoe het voelt als de hemel de aarde raakt en zij ertussen zit. De hemel op aarde, dus toch het leven na de dood? Een ervaring van die presentie: “Ik wil weten hoe het voelt dat de glorie van de Heer op mij neerdaalt.” Het veronderstelt de afwezigheid ervan nu. Is het gewone leven godloos? Of in zo’n mate seculier dat je dat verlangen sterk voelt. Wat zegt dat over je visie op het gewone leven? In elk geval snap ik dat er momenten zijn waarop je het gewone even achter je wilt laten. Een klimaat zonder seizoenen is saai, een week zonder rustdag is akelig, een leven zonder onderbrekingen en markeringen is treurig. Even de hemel dus:

Take me to the place where your angels never cease to cry holy
Where the elders bow down and cast all of their crowns down at your feet

Dit is een verwijzing naar Jesaja 6,3 en Openbaring 4,8 en 10. Het gaat om de aanbidding. Het voortdurend uitroepen van Gods karakter (heilig) gaat samen met de bewijzen van overgave. Je maakt je klein. De eer die je hier op aarde kunt ontvangen (je kroon) leg je af als van geen waarde in de aanwezigheid van de Almachtige. Het gaat om dus om een complete ontlediging:

And you come like a rushing wind
I can’t speak or stand, just cry holy
And you come like a rushing wind
I can’t speak or stand, just cry holy
And you fall like a mighty rain
Overtaking me with your glory
And you fall like a mighty rain
Overtaking me with your glory

Blazende wind en machtige regen. Natuurkrachten, zoals op de Pinksterdag in Jeruzalem (Handelingen 2,1-4). Waar daar de vervulling omgezet wordt in verkondiging, is het hier enkel aanbidding – in aansluiting bij de al genoemde engelen. Alleen maar ‘heilig!’ roepen. En dat leidt ten slotte tot een overname. Zou de glorie van de Heer ons depersonaliseren? Sluit dat aan bij het innerlijke verlangen van de mens?  

Just when I thought couldn’t go, you take me deeper, you pull me closer and you show me might.

Jaren geleden vroeg iemand eens of ik paddenstoelen zou willen proberen. Om psychedelische ervaringen op te roepen. Wellicht zou ik God ervaren op een manier die ik niet kende. Een zevende hemel, of de derde, daar waar de heilige Paulus was? Hij had het over taal die hij daar hoorde. (2 Korinte 12,4) De schilder Ton Schulten zag de meest mooie kleuren in een periode van coma (na een ernstig ongeluk). Sadhu Sundar Singh zei ooit: “I never try to go into Ecstasy; nor do I advise other people to try. It is a gift to be accepted, but should not be sought; if given it is a pearl of great price.” (Streeter en Appasamy, 109) Zo zie ik het voor nu. Dus ik ga hier en nu niet mee in het verlangen om meegenomen te worden.

Maar als je na de dood, of na het laatste oordeel, arriveert in de hemel, en het wordt dat? Ik heb m’n twijfels. Klassiek is de gedachte dat wij daar eeuwig staan te zingen tot meerdere glorie van de Heer. Dan wordt het tijdsbegrip ‘eeuwigheid’ toch een lastig ding: hoe voorkom je verveling? Dat oplossen door te veronderstellen dat wij mensen zo veranderd worden dat wij dat leuk gaan vinden, is een neerhalen van de creatieve Schepper, lijkt me. Mensen downgraden op de nieuwe hemel en aarde is stellig beneden zijn waardigheid. Het ‘eeuwig zingen’ is op z’n best een metafoor voor het actief worden op een manier die Hem alleen maar blij maakt. Daar krijg ik beelden bij. Weliswaar gevormd door de tijdelijkheid. Maar in de tijd openbaarde zich iets van wat het samenleven van God en mens kan betekenen. De mens Gods die nieuwgierig tot grote dingen komt, dat dan verdubbeld of gekwadrateerd of nog iets grootser, hoe ook, verrassend verbeterd ten opzichte van nu. Samenwerken en verbonden leven is de basis, als ik het leven uit en tot God nu een beetje begrepen heb. Het individuele opgaan in de glorie van de Heer? Misschien voor anderen. Take me there luister ik graag. Maar ik hoop niet dat het waar wordt.

Naar aanleiding van: Anna Golden, Take Me There, 2016. Klik hier voor het lied.
Voor meer over Anna Golden, klik hier.
Naar aanleiding van: The Sadhu: A Study in Mysticism and Practical Religion by B.H. Streeter and A.J. Appasamy. London: MacMillan, 1938. Reprint van de eerste editie uit 1921.

Anna Golden is aanbiddingsleider uit St. Louis, Missouri. Ze groeide op in een muzikale familie en begon op 6-jarige leeftijd met optreden en gitaar en piano spelen. Kort daarna begon ze met toeren met haar broer, Josh Golden, en Radio Disney. Hoewel veel van Anna’s invloeden mainstream en popmuziek waren, heeft Anna’s hart altijd bij aanbidding gelegen. Anna debuteerde haar eerste single “Take Me There” op de Deeper Conference van Israel Houghton in augustus 2015. Vanaf dat moment begon het nummer zich te verspreiden naar kerken en aanbidders over de hele wereld. De reden dat “Take Me There” bij zovelen weerklank vond, kan het beste worden beschreven in Anna’s eigen woorden: “Take Me There is de hartenkreet van de volgende generatie aanbidders, die net als Mozes tot God roepen om Zijn Glorie te zien!”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *