Lange termijnverwachting

Stel je voor dat je niet gelooft in een leven na de dood. Je neemt aan dat in de evolutie van de kosmos onze genen zich willen voortplanten. Je moet lang genoeg leven om dat te bereiken. Maar daarna is het gunstig in een wereld met beperkte bronnen van bestaan dat oudere lichamen verdwijnen. En als je ook ontdekt hebt dat we een intelligente soort zijn, homo sapiens, dan kom je een keer bij de vraag uit wat wij kunnen nalaten. Niet slechts individueel of per generatie, maar als soort. Zoals de dinosauriërs een keer van de aardboden verdwenen, zo kan het ook met ons gaan. Kunnen wij op zo’n dreigend drama anticiperen?

Een vriend gaf me een mooi boek cadeau: Jeff Hawkins, A Thousand Brains: A New Theory of Intelligence. Het gaat over de werking van onze oude en nieuwe hersenen. Mijn vriend is als ondernemer betrokken bij universiteiten waar hersenonderzoek wordt gedaan om toepasbaar te maken. De mens heeft immers behoefte aan hulp tegen ziekten bijvoorbeeld. We verlangen naar het voorkomen van allerlei beperkingen. Het cadeau gaf me de kans zijn interesse te volgen en zo heb ik een boek gelezen dat voor een groot deel tamelijk onbegrijpelijk is. Jeff Hawkins is duidelijk een expert op zijn vakgebied, en hij doet in dit boek echt z’n best om het voor de gewone man uit te leggen – maar hoe je het ook wendt of draait, de hersenen vormen een complex onderdeel van ons organisme. Je hebt nogal wat technische termen nodig om uit te leggen wat er onder ons schedeldak gebeurt. Zoveel heb ik er wel van begrepen dat onze kennis en intelligentie ontstaat doordat onze hersenen steeds modellen maken van de omgeving, op basis van input via onze zintuigen. Zo leren wij manoeuvreren door de werkelijkheid, bouwen we levensvertrouwen op en zorgen we voor herinneringen en levenservaring. De afgelopen decennia is er in de neurowetenschap veel nieuwe kennis bijgekomen. De ontwikkelingen gaan snel verder en het is daarom niet vreemd dat de auteur van het boek ook doordenkt over de toekomst. Was ik al een betrokken lezer vanwege mijn vriend, door de uitloop van het boek naar de toekomst werd ik het des te meer. Want het gaat Hawkins uiteindelijk over de toekomst van onze soort. Laat ik daar nu als theoloog en gelovige ook wat over vinden. Ik geloof namelijk in een leven na de dood.

Jeff Hawkins gelooft in de zelfzuchtige genen. Die beheersen ons oude brein. Nu hebben we er een nieuw brein bovenop gekregen, de neocortex, en dat maakt ons slim en nieuwsgierig. Zo veel zelfs dat wij kunnen verzinnen dat er intelligente machines kunnen worden gemaakt, waar wij wat mee kunnen. Daarover wil Hawkins met dit boek ons voorlichten. “The goal of our research is to understand how the neocortex works in sufficient detail that we can explain the biology of the brain and built intelligent machines that work on the same principles.” (3, zie ook 36) Wij bleken als homo sapiens door de evolutionaire ontwikkeling van onze hersenen tot grote stappen voorwaarts in staat, wat kan daar nog bij komen als wij intelligente machines ontwerpen? Wij hebben namelijk als mensen een onvermijdelijke drang om nieuwe kennis op te doen. “Humans want to learn. We are drawn to explore, to seek out knowledge, and to understand the unkown. We want to know the answers tot he mysteries of the universe: How did it all begin? How will it end? Is life common in the universe? Are there other intelligent beings? The neocortex is the organ that allow humans to seek this knowledge.” (160)

Het gaat Hawkins dus om meer dan het bestrijden van bedreigingen van de menselijke gezondheid. Of het vergemakkelijken van het zware bestaan. Maar als je slimme machines maakt, vergroot je dan niet juist het gevaar? Machines kunnen zich aan menselijke supervisie onttrekken. Straks zijn ze sterker dan wij en, nog een stap verder, dan hebben zij ons niet meer nodig. Of de intelligente entiteiten gaan doelen formuleren die niet compatible zijn met wat wij waardig vinden. Kortom, wij verliezen controle. Hawkins zegt eerlijk dat zulke angstbeelden gevoed worden door een gebrek aan kennis over wat intelligentie is. (163) Hij ontkent niet dat er gevaren kunnen dreigen, maar die schuilen vooral in de exemplaren van onze eigen soort. “I don’t want to leave you with the impression that machine intelligence is not dagerous. Like any powerful technology, it could cause great harm used by humans with ill intent.” (170)

Hier heb ik de neiging Hawkins bij te vallen. Niet dat ik helemaal snap wat kunstmatige intelligenties straks al of niet kunnen, maar ik geloof wel erg in het bestaan van slechte mensen. En als wij nu juist het goede voor elkaar en de planeet willen, en als wij de hulp van slimme machines kunnen organiseren, wat moeten wij dan met de dood? De evolutie zegt: de dood hoort erbij. Ook is helder dat de evolutie geen doel kent. “There is no plan or desired direction to evolution.” (171, 229 without a guiding hand, 233). Maar wij mensen kunnen wel doelen stellen. Sterker nog, wij willen van waarde zijn en betekenis geven aan de dingen die wij doen. “If our species cannot live forever, are there things we can do today that would make our present existence meaningful, even when we are gone?” (208) Hawkins denkt van wel. Bijvoorbeeld door te laten weten dat wij bestonden. Dat kan door flessenpost, een ‘message in a bottle’. Denk aan de Voyager, weggestuurd in 1977. De ruimtesonde heeft in augustus 2013 de heliosfeer verlaten en de interstellaire ruimte bereikt. Andere optie is ‘het licht aan laten’. Als je weg bent, toch laten weten dat je er ooit was. Wij scannen nu met satellieten of er intelligent leven in de ruimte is. Laten we het omdraaien: wij zenden berichten uit, in de hoop dat anderen het opvangen. Of, derde mogelijkheid, ‘Wiki Earth’. Onze beste kennis is zo zeldzaam en mooi dat wij het moeten archiveren en zolang het kan updaten. We gaan het bewaren in satellieten die wij rond de zon laten draaien. Wie weet wordt het later gevonden.
Wie al lezend nu lichte ademnood voelt, moet nog even doorbijten. (223v) Wat denk je van het idee om als soort op meerdere planeten tegelijk te gaan leven? Of het modificeren van onze genen? Of zelfs onze hele biologische bepaaldheid te verlaten. We gaan onze kennis los van onze lichamelijkheid vastleggen en wegsturen. Eventueel in machines die zelf weer nieuwe kennis gaan opdoen. Hawkins neemt je mee in verbazingwekkend weidse perspectieven. Er staat blijkbaar iets op het spel. Onze kwetsbare, maar o zo slimme en mooie soort loopt het gevaar van verdwijning.

Maar wat nu als je gelooft in het leven na de dood? Hawkins rekent dat tot een van de false beliefs. Hoe vertaal je dat? Verkeerde overtuigingen? Ondeugdelijke? Misleidende? Hoe dan ook, het hindert het zinvol denken over de toekomst. Geloven in het leven na de dood is volgens hem vergelijkbaar met de warrige overtuiging dat vaccinaties autisme veroorzaken of de zorgelijke gedachte dat klimaatverandering geen dreigend gevaar is. Het lastige van geloven in leven na de dood is dat er geen wetenschappelijke studies zijn die kunnen aantonen dat het onwaar is. Je kunt dus als gelovige de tegenovergestelde claim negeren. De overtuiging bovendien is als een virus te verspreiden. Op zich, erkent Hawkins, is dit geloof niet perse schadelijk. “The threat arises if you believe that the afterlife is more important than the present life.” (195) Dan kan het leiden tot gedrag dat meewerkt aan de vernietiging van de aarde.
Hier ga ik hem tegenspreken.
Als namelijk het leven na de dood voorafgegaan wordt door een moment van verantwoording afleggen, dan kan het ook een sterke impuls aan duurzaam leven geven. Het leven nu doet er wel degelijk toe. Als je gelooft in het leven na de dood, dan is dat nooit een los element uit je geloof. Dan komt er ook een God bij die een oordeel over je huidige leven velt. (Ik houd het in deze blog bij de christelijke versie van geloven, ik laat bijvoorbeeld het hindoeïstische karma erbuiten). Met een zo ingevulde set overtuigingen is het de vraag of je Hawkins’ denkoefening wel nodig hebt. Wij hebben kennis gekregen aan Jezus Christus. Wij hebben ons persoonlijk en als christelijke geloofsgemeenschap volkomen aan zijn plannen verbonden. En dat heeft onder andere tot gevolg dat wij ervanuit mogen gaan dat onze persoonlijkheid niet zal verdwijnen. “Ik zal zijn naam niet uit het boek van het leven schrappen,” belooft de Heer. (Openbaring 3,5) Bovendien is er de toezegging dat de daden van de mensen je na de dood zullen vergezellen. (Openbaring 14,13) Of anders gezegd: wat wij doen uit ontzag en liefde voor de Heer, is niet tevergeefs. (1 Korinte 15,58) Dat ontslaat mij van elke bezorgdheid of het menselijk kennisarchief wel behouden blijft. Natuurlijk! Daar hoeven wij geen interstellaire strategie op te zetten.

Daar komt dat nog bij dat ik de producten van onze neocortex iets lager inschat dan de daden van ons hart. De beroemde zin ‘zo blijven dan geloof, hoop en liefde, maar de meeste ervan is de liefde,’ (1 Korinte 13,13) geeft aan dat onderlinge aandacht en trouw een onschatbare waarde vertegenwoordigen. De kleding voor de naakten, de opvang van de vluchteling en het bezoek aan gevangenen zijn de hoogste prestaties van de menselijke soort. (Matteüs 25,31-45) Zij steken af bij geld vermenigvuldigen of de zucht naar status. Ook de visionaire gedachten over het conserveren van onze soort valt bleek weg bij het verbinden van wonden of het sussen van psychotische medemensen.
Hawkins kent deze tegenwerpingen. “Would it be better to put all our efforts into improving life on Earth?” (222) Hij pakt deze vraag op als een dilemma tussen korte termijn investeringen en lange termijn. Het weigeren aan de lange termijn is volgens hem een garantie voor een toekomstige fout. Maar het punt is dat wij niet overal verantwoordelijkheid voor hebben. De toekomst van de aarde ligt niet in onze hand. Want wat wij individueel als mens en collectief als mensheid tegemoet gaan wordt in de Bijbel beschreven als een catastrofe: “De dag van de Heer zal komen als een dief. De hemelsferen zullen die dag met luid gedreun vergaan, de elementen gaan in vlammen op, de aarde en alles wat daarop gedaan is verdwijnt.” (2 Petrus 3,12) Als dit waar is, dan motiveert dat ons op een heel nieuwe manier om nu zorgvuldig en duurzaam met de aarde om te gaan. Zolang de aarde draait, is het onze opdracht die te behandelen als bij ons in bewaring gegeven bezit van een ander. (Matteüs 24,14) Wij mogen de schepping niet uitputten en uitbuiten alsof zij van ons is. Mijn motief om duurzaam te leven is niet dat ik wil meewerken aan de verlenging van de levensmogelijkheden van zoveel mogelijk mensen op aarde. Maarten Luther zei dat hij nog een appelboompje zou planten als hij wist dat de Heer morgen zou komen. Zo wil ik zuinig zijn op de aarde en steeds meer mijn gedrag daarop aanpassen, ook al is het morgen allemaal afgelopen.

Het blijft mij als gelovige overigens wel schokken dat de Heer zo grondig de kosmos zal vernieuwen. “… maar wij vertrouwen op Gods belofte en zien uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.” (2 Petrus 3,13) Ter wille daarvan gaat het oude door de shredder? Dan is er van de wereld waar wij nu zuinig op proberen te zijn niets meer over. Blijkbaar gaat het de Heer nu vooral om ons, mensen. Hij wil werken aan ons karakter en ons vormen tot mensen die goed zijn, onder alle omstandigheden. Hij kijkt hoe wij omgaan met wat Hij ons toevertrouwd heeft. Hij wil dat wij alles inzetten om het leven zo draaglijk mogelijk te maken of te houden. Daarom vind ik dat Hawkins en de zijnen belangrijk werk doen. Als neuroscience iets kan opleveren dat leed kan verzachten, ziekten kan bestrijden, angst kan reduceren en verdraagzaamheid bevorderen, dan kunnen wij daar alleen maar heel dankbaar voor zijn.

Naar aanleiding van: Jeff Hawkins, A Thousand Brains: A New Theory of Intelligence. (With a foreword by Richard Dawkins). New York: Basic Books, 2021. Hawkins is cofounder van Numenta, een Amerikaans onderzoeksbedrijf dat zich bezig houdt met neuroscience. Hij is lid van de National Academy of Engineering in de VS en publiceerde al eerder over intelligentie.

Hoe kunnen mensen geloven dat de aarde plat is? Dat heb ik me wel eens afgevraagd. Hawkins geeft het antwoord: negeren van het bewijs dat zich tegen je model verzet. “Flat-Earth believers say they distrust all evidence that they cannot directly sense.  ..  If you limit what you believe to only things you can directly expierience, and you are not an astronaut, then a Flat-Earth model is what you will end up with.” (179)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *