Cristian Nani is sinds 2015 directeur van Open Doors Italië. Als voormalig journalist beheerst hij de kunst van het schrijven. Voeg daarbij zijn verlangen om vervolgde christenen persoonlijk te ontmoeten en je krijgt het boek De Afvallige. Het is het waargebeurde verhaal van Nasiry, een eenvoudige Hazara jongen in Afghanistan, zoon van een dienstmeid, schaapherder van beroep. Als de Grote Herder ook deze moslimgelovige bij zijn kudde voegt, gebeurt er iets bijzonders. Nasiry wordt verwaardigd te lijden voor zijn Heer (Handelingen 5,41) en kan zo vele anderen tot geloof brengen, in een land dat wars is van het christendom.
Het valt me opnieuw op dat de openheid voor het evangelie begint met kritische vragen over het geloof dat je van huis uit meekreeg (17v; 24 Allah, bent u echt genadig?”; 30; 37; terwijl hij eenmaal bekeerd niet schamper spreekt over de islam, zie 115). Als lid van een onderdrukte minderheidsgroep in Afghanistan snapt de jongen niet hoe haat en mishandeling kunnen passen bij een vroom geloof. “Het was Nasiry een raadsel hoe mensen die als goede, vrome moslims leven – ze baden toegewijd hun rituele gebeden, lazen trouw in de Koran en woonden bijeenkomsten in de plaatselijke moskee bij – dit gedrag voor zichzelf konden goedpraten.” (14) Het is dan niet verwonderlijk dat juist de belangeloze liefde van christenen voor hem een versnelling vormt in de weg naar de Heer. Als in Kabul de rakketten neerslaan, komen een paar westerlingen een man helpen zijn zoon uit het puin weg te halen. Met gevaar voor eigen leven. “Nasiry keek gehypnotiseerd toe en de schurende gedachte kwam bij hem op: Waarom doen deze heidenen dit? Wie dwingt hen om hun leven te riskeren en het onze te redden?” (47)
Nasiry had al voor zijn bekering een grote tegenslag te verwerken gehad. Hij werd opgeroepen voor militaire dienst. Na een korte opleiding kwam er een opdracht die zijn leven omgooide. Bij het voorbereiden van een kampement trapt hij op een landmijn (neergelegd door de moedjahedien) en verliest zijn linkerbeen. Gelukkig kan hij herstellen en kan hij later ook een gezin stichten. Met Kamila ontvangt hij twee zonen. Als hij met hulp een Bijbel te pakken krijgt, is het verlangen naar de onbekende God (49) niet meer te stoppen. Hij geeft zijn leven aan de Heer in het volle besef dat dat in zijn land slecht voor hem kan aflopen. Een afvallige is een schande en een gevaar. (107) Dat heeft hij geweten. Hij groeit in zijn geloof, hij ontvangt de bekering van zijn vrouw erbij, er zijn anderen die een christelijk netwerk beginnen te vormen – maar op een kwade dag wordt hij opgepakt en naar de gevangenis meegenomen. Wat hij daar meemaakt is hartverscheurend. Voor een deel zelfs niet te vertellen (142) maar wat een getuigenis gaat ervan uit als hij in de diepste ellende de Heer blijft vertrouwen en anderen vergeeft en blijft helpen. De doodstraf wordt over hem uitgesproken en de grofste vernederingen moet hij ondergaan maar hij laat zich niet uit het veld slaan. Sterker, hij mag ook daar zien dat de Heer mensen tot zich roept. Menselijk getuigen gaat samen met goddelijke dromen. (129, 136) Het is ontroerend.
Wie meer verhalen van de lijdende kerk heeft gelezen, kijkt niet vreemd op. Toch is er één moment dat nieuw voor mij was. De bewakers en ondervragers proberen hem namen van andere christenen te ontfutselen. Wat moet hij doen? Hij besluit te liegen hierover. “En Nasiry begon te praten. Hij gaf voornamen, achternamen, adressen. Allemaal verzonnen. Allemaal nep. Hij gaf gedetailleerde antwoorden, verzon de ene na de andere leugen om de aandacht af te leiden van de mensen en plaatsen die er echt toe deden. Hij huilde toen hij dit alles vertelde en dat overtuigde de inspecteur ervan dat hij inderdaad de waarheid sprak.” (105) Is dit schuldgevoel nodig? De waarheid spreken is een kernwaarde van een christen en de noodleugen is daarmee niet in strijd. De vroedvrouwen in Egypte deden het en worden klaarblijkelijk met ere genoemd (Exodus 1). De liefde voor de naaste, vooral de geloofsgenoten (Galaten 6,10) staat hoog aangeschreven en tegen de vijand past daarom wat mij betreft deze leugen. Overigens, de Heer heeft hem niet achtergelaten in zijn nood: “Hij wist met zijn hoofd wat de Bijbel zei over Gods onvoorwaardelijke vergeving, maar nu vroeg hij of hij die vergeving daadwerkelijk in zijn hart en geest mocht ervaren. En dat is precies wat er gebeurde. Nasiry huilde van vreugde toen een vertroostende warmte door zijn in elkaar geslagen lichaam stroomde.” (106-107)
Het goed leesbare boek is zeer lezenswaard. Het gaat namelijk niet alleen over Nasiry. Zelfs niet alleen over onze broers en zussen in Afghanistan of welk onderdrukkend land in de wereld ook. Het gaat om ons. Het spiegel is niet te vermijden en Cristian Nani houdt ‘m ons voor: “Nasiry ontdekte tot zijn verbazing al snel dat de kerk in het westen aan kracht verliest. In de pauzes tussen de interviews spraken we over de verschillende uitdagingen waar Europa voor staat: de achteruitgang van waarden, het feit dat zaken die tegen het evangelie indruisen hier soms worden vastgelegd in de wet, en het feit dat machtige lobbygroepen bepaalde vormen van sociale gelijkheid promoten die het christelijke idee van de samenleving ondermijnen.” (154) Ik denk te weten wat Nani hiermee bedoelt, maar zeker weten doe ik het niet. De vraag is of ik het met hem eens ben als hij dat expliciet zou maken. Maar het nuttige is dat ik weer wakker ben: inderdaad wat zijn de grote bedreigingen die hier in het westen Christus’ kerk belagen? Zijn wij bereid te staan als vreemdelingen in de wereld (1 Petrus 2,11)? Daarom is het lezen van de waargebeurde verhalen uit de vervolgde kerk een must voor ons in het vrije westen. Het verhaal van Nasiry biedt een geweldige kans om dat te doen.
Naar aanleiding van: Cristian Nani, De Afvallige: Het waargebeurde verhaal van een geheime gelovige in Afghanistan. Uitgegeven door Open Doors in samenwerking met Uitgeverij Plateau [Barneveld], 2022. Vertaald uit het Engels door Lisette van de Heg, oorspronkelijke titel: Son of a servant woman.