Bastions van hoogmoed

Koningin Wasti weigert in te gaan op het bevel van haar man, koning Ahasveros. Het is een van de fascinerende verhalen uit de Bijbel. In krachtig proza neemt de auteur van het boek Ester ons mee in de dynamiek van kwade macht. De ondeugden van de individuele mens en de destructieve krachten van het collectief verenigen zich rond de moed van een vrouw.
Het is zeer actueel. Martha C. Nussbaum (* 1947) is hoogleraar Recht en Ethiek aan de Universiteit van Chicago, eredoctor aan de Universiteit voor humanistiek in Utrecht en de Katholieke Universiteit Leuven. Zij publiceerde in 2021 een boek over seksueel geweld, rekenschap en verzoening Citadels of Pride. De rechtspraak, de podiumkunsten en de professionele sport in Amerika klaagt zij aan. Daar vindt veel onrecht tegen vrouwen plaats zonder dat er consequenties aan worden verbonden. Voordat zij deze bastions van hoogmoed bespreekt, zet zij uiteen wat er bij machtsverschil in feite tussen mannen en vrouwen gebeurt. En wat zij ten diepste met haar boek wil bereiken: “Mijn belangrijkste punt is dat het de ondeugd genaamd hoogmoed is die maakt dat vrouwen nog steeds maar al te vaak als dingen worden behandeld, dat ze niet als mensen worden gerespecteerd en dat autonomie hun wordt ontzegd.” (10)

Het verhaal van Wasti in het Bijbelboek Ester geeft voorbeelden van wat Nussbaum beschrijft. De hele enscenering wijst op macht die leidt tot trots en hoogmoed. De koning wordt getypeerd door zijn enorme rijk, zijn geweldige welvaart en zijn hoge positie. Hoewel nog maar kort aan de macht (1,2 ‘derde jaar’) organiseert hij een feest alsof hij een veeljarig jubileum te vieren heeft. De schrijver maakt duidelijk dat luister, pracht en praal aan zijn majesteit verbonden zijn. (1,4) De macht heeft een ‘dienstenapparaat’ ter beschikking: een leger aan dienaren dat hiermee uitgebreid gefêteerd wordt (1,3) De hiërarchie wordt fijntjes benadrukt als hierna óók de gewone burgers mogen profiteren. (1,5v) Opnieuw maakt de auteur ruimte voor de beschrijving van de overdadige luxe aan het hof. (1,6v)

De wereld van mannen en vrouwen is daar en toen gescheiden. Dat geeft al wat aan. Vrouwen zijn niet veilig tussen mannen. Er lopen niet voor niets eunuchen rond om tussen mannen en vrouwenwereld te pendelen. (1,10) De mannen zijn superieur en vrouwen kunnen alleen macht maken als zij het met elkaar organiseren. Als de vrouwen ook hun feest mogen vieren (1,9) dan komt het moment dat koning Ahaveros zijn vrouw wil laten optreden tussen de mannen. Dus geeft hij het bevel “… om koningin Wasti, getooid met de koninklijke hoofdband, bij hem te brengen; hij wilde de rijksgroten van de volken (het speelt zich dus af in het eerste grote feest, zie 1,3) haar schoonheid laten zien, want zij was mooi.” (1,11)

Nussbaum zou zeggen: zij is een trophy wife. “In de tijd van Homerus kon een vrouw letterlijk een trofee zijn waar om gevochten werd, maar ook nu kennen we het verschijnsel trophy wife, een vrouw als voorwerp van trots omdat haar schoonheid (of andere goede eigenschappen van haar als vrouw) extra glans verleent aan de mannelijkheid van degene die haar ‘veroverde’. “ (50) Nu zou je nog kunnen zeggen: misschien willen sommige vrouwen dat zelf. Het is alleen oké als zij dan zonder dwang bewilligt en dat dat spoort met haar innerlijke waarde, de erkenning van wat zij ervaar, voelt en denkt. Autonomie en subjectiviteit, dat zijn de kernwaarden die volgens Nussbaum de essentie van ons mens-zijn bepalen: “Twee van die wezenskenmerken, die een mens echt tot mens maken, zijn autonomie en subjectiviteit – de wereldreligies en een breed gedeelde seculiere cultuur laten dar al vanouds, en terecht, geen twijfel over bestaan.” (24) Nu vermeldt het Wasti-verhaal niet waarom zij weigert. Het punt is dát zij weigert. Én dat die daad van autonomie en subjectiviteit niet gerespecteerd wordt. Dat is een aanwijzing. De samenleving waarin zij functioneert ontkent de autonomie van de vrouw. Want in het Ester-hoofdstuk blijkt dat de mannen die over haar weigering oordelen en adviseren direct de voorbeeldwerking ter sprake brengen. Zij gaat andere vrouwen op een idee brengen! (1,18) Dat moet voorkomen worden door een publieke reactie.

Nussbaum spreekt over de zeven vormen van objectiveren. Dat is het veranderen in een ding wat geen ding is, maar een mens. (34) Dat kan 1) door instrumentalisering (de ander is middel voor je eigen doel), 2) ontkenning van de autonomie (behandelen alsof je geen eigen keuzen kan maken), 3) inertie (behandelen alsof de ander überhaupt niets kan doen), 4) inwisselbaarheid (doen alsof je de ander probleemloos door een ander kan vervangen), 5) aantastbaarheid (behandelen alsof je alles met de ander kan doen, ook kapot maken), 6) eigendom (behandelen alsof je de ander kunt verhandelen), 7) ontkenning van de subjectiviteit (iemand zo behandelen alsof zijn gevoelens en ervaringen er niet toe doen). (35) Het is helder dat hier sprake is van objectivering. De represaille laat zien dat de weigering ernstig wordt genomen. De mannelijke weerstand had nog verder kunnen ontwikkelen, tot wat Nussbaum noemt ‘geprojecteerde walging’. Je zet dan de ander weg als dierlijk en verachtelijk – waarmee je je eigen waardigheid nog eens onderstreept. Ik moet denken aan het verhaal van Amnon en Tamar. Nadat Amnon haar verkracht en onteerd had welde een diepe haat tegen haar op. (2 Samuel 13,15)

Deze geprojecteerde walging noemt Nussbaum het ‘neefje van hoogmoed’. (69) Zij ziet de hoofdzonden als oorzaak van dit gedrag: “Want hoogmoed – als karaktertrek, niet als de bijbehorende kortdurende emotie, die je ook trots kunt noemen – vormt de kern van het antwoord op de vraag hoe het kan dat seksuele objectificatie in onze samenleving zo’n grote rol speelt.” (45) Ook hebzucht en jaloezie zijn ermee verbonden. En de onheilige woede. Ahasveros is geërgerd en ontsteekt in woede. (1,12) Heel treffend noteert Nussbaum dat trots bloeit “met name op in competitieve en statusgeoriënteerde samenlevingen.” (50) Dat is wat in het verhaal zo duidelijk naar voren komt: de hele samenleving is gebouwd op hiërarchie van status. De koning wil zijn overdadige luxe genereus tonen om de andere te laten zien dat zij maar kleine jongens zijn.

Opvallend genoeg waarschuwt Nussbaum voor wraak. Zij dringt erg aan op het vragen van rekenschap van de dader. Laten zij zich verantwoorden voor de rechters en de jury. Maar er moet ruimte blijven voor verzoening. En er moet geloof blijven dat er mannen zijn die deugen, of dat zij kunnen veranderen en beter worden. (85) Daar is wat zij noemt transitionele woede behulpzaam bij. “De woede zegt: dit is verkeerd en het mag nooit meer gebeuren. Woede verwijst zo naar het verleden, maar is gericht op een betere toekomst.” (87, zie ook 301) Het is de vraag op welke manier deze heilige woede ruimte kan krijgen. Als er recht van protest is, kan een demonstratie aandacht genereren. Maar Nussbaum geeft voorbeelden uit de rechtspraak, kunst en sport waar die ruimte er nauwelijks is. Of het heeft geen effect. De daders komen er mee weg. Haar boek wordt een pamflet als zij allerlei voorstellen doet om ervoor te zorgen dat rekenschap wordt afgelegd en kwaad wordt voorkomen. Het is nobel en nodig. Maar het vraagt om volhouden.

In het boek Ester blijkt het lot van Wasti een opening te worden voor de echte hoofdpersoon van het verhaal: de Jodin Ester. Zij komt in het centrum van de macht als de aanval op de joden. Het loopt uit op een verdedigingsactie (met nadrukkelijke vermelding dat er geen buit wordt gemaakt, 9,10. 15.16) Dat is wel een ding – vanuit het christelijk geloof gezien. Binnen het grote verhaal van de Bijbel staat het wat mij betreft als een beeld van het laatste oordeel dat Christus komt vellen. Niet als voorbeeld voor de onderdrukte, en zeker niet de christenen. Zij worden geacht vreedzaam te strijden voor recht en gerechtigheid en zo nodig onrecht te verduren. (Matteus 5,11; Romeinen 12,17)


Naar aanleiding van: Martha C. Nussbaum, Bastions van hoogmoed: Seksueel geweld, rekenschap en verzoening. Amsterdam: Querido Facto, 2021. Vertaald uit het Engels door Arian Verheij. Oorspronkelijke titel Citadels of Pride, 2021.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *