Blijven dienen

Oudere christenen hebben de kans, de gaven en de roeping om Christus te dienen, en zijn kerk. Dat houdt em. prof. J.I. Packer ons voor. Deze Brits-Canadese theoloog is geboren op 22 juli 1926 en behoort dus tot de groep die hij aanschrijft. Naast het feit dat hij alle respect verdient voor alle het goede dat hij bood in zijn boeken (Knowing God), is zijn leeftijd een reden om naar hem luisteren. Hij schreef  in 2014 Finishing Our Course with Joy: Guidance from God for Engaging with our Aging. In het eerste hoofdstuk zet hij zich af tegen wat we hier het Zwitserlevergevoel noemen: pensioen is bedoeld om van alles te gaan genieten. Door het geloof leer je letten op de waarde van je volwassen-zijn: maturity, of zoals Packer het noemt: rijpheid. “Spiritual maturity is a deep, well-tested relationship to our triune God through our Lord Jesus Christ, and a quality of relationship with both believers and unbelievers that embraces concern, sympathy, warmth, care, wisdom, insight, discernment, and understanding.” (94) Goeie quote. Waar in het seculiere leven de groei van welvaart en genot centraal staat, wijst Packer op de door het leven gelouterde dienst aan de Heer. Met de woorden van Psalm 92,15-16: “Zij dragen nog vrucht als ze oud zijn en blijven krachtig en fris. Zo getuigen zij dat de HEER recht doet, mijn rots in wie geen onrecht is.”

Packer laat zien dat het christelijk geloof het lichamelijke weten te waarderen. De basis daarvoor is gelegd door de menswording van de Heer en zijn opstanding. “Guided by Scripture, their faith is focused on (1) the incarnation of the Son of God whereby the second person of the Trinity took to himself all that is involved in being human, living through a body included, and (2) the resurrection of Jesus into an unending life of which his glorified humanity is a permanent part.” (36-37) Omdat wij lichamelijk geschapen zijn kunnen wij ervaringen opdoen, onszelf uitdrukken en genieten. (42) Ouder worden kan betekenen dat die lichamelijke mogelijkheden minder worden. Maar juist onze tijd biedt kansen aan de ouderen. Er is ook veel mogelijk om je fysieke en mentale kracht te bewaren. Wie christen is mag blijven leren en leiden.  “I speak of leadership in a broad sense to include the full reality, informal as well as formal and unconscious as well as intentional, of influence: a relational force shaping some aspect of someone else’s life.” (67). Mooi gezegd. Als de rijpe christen vol is van de Heer (de ijver, de nederigheid en de intense betrokkenheid, 93-98) dan zullen juist jongeren veel aan de voortgaande dienst van de ouderen hebben.

Over één passage struikelde ik. In hoofdstuk 4 leest Packer 2 Korinte 5,10: “Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus verschijnen, zodat ieder van ons krijgt wat hij verdient voor wat hij in zijn leven heeft gedaan, of het nu goed is of slecht.” Hij stelt dan dat de hemelse heerlijkheid straks zal corresponderen met wat wij hier aan liefde hebben betoond: “Paul’s thought apparently is that the quality of our unending enjoyment of Christ’s love and goodness will in some way correspond to the quality of love and devotion to him that marks our lives now (5:10). His reference to knowing ‘the fear of the Lord’ (5:11) then hints at the sad possibility that slackness and irresponsibility in Christ’s service now might unfit one for the fullest fullness of heaven’s joy. So he takes care not to grow slack in his ministry of evangelistic persuasion.” (90-91, verg. 37 over de toekomstige omgang met de Heer)

Gaan geloven in dit leven betekent binnenkomen in een gemeenschap met diversiteit. “Het zaad dat in goede grond is gezaaid,” zei Jezus, “dat zijn zij die het woord horen en begrijpen. Zij dragen dan ook rijkelijk vrucht, deels honderdvoudig, deels zestigvoudig, deels dertigvoudig.” (Matteus 13,23) Dit is al lastig genoeg. Paulus heeft er een beroemde passage aan gewijd in zijn eerste brief aan de kerk in Korinte. (hoofdstuk 12-14) Ik kan ook nog leven met de gedachte dat wij straks onze eigenheid behouden. Ik zal niet straks de homo universalis zijn en jij ook niet. Maar de diversiteit van straks stimuleert mij niet om nu zo hard te werken dat ik meer van Gods glorie zou kunnen ervaren. Ik denk dat Paulus dit zo zegt om de bedorven sfeer in geloofsgemeenschap toen en daar op te heffen. Ik wil nog wel geloven dat het voor sommigen zo werkt. Maar het competitiemodel of de loonmetafoor is aan mij niet besteed. Ik ga hier niet harder lopen voor de Heer om straks een groter deel van de Heer te hebben dan anderen. Ik mag toch aannemen dat wij allen gelijkelijk de aandacht van de Heer zullen hebben. Het idee dat ik maar weinig aandacht zal krijgen omdat ik hier niet alles op alles heb gezet, vervult me met weerzin.

Wat me wel aanspreekt is dat Packer zijn boekje afsluit met een oproep tot actie. “To seniors who, rather than settle for being served by the church but otherwise not counting in its life, have it in them to welcome the opportunity for further serving Christ that their extended health gives them, and who seek to match my threefold anatomizing of the healthy ager’s heart, as set out above, I now say: over to you.” (98) Dat hoop ik gaandeweg waar te maken.

Naar aanleiding van: J.I. Packer, Finishing Our Course with Joy: Guidance from God for Engaging with our Aging. Wheaton: Crossway, 2014. In 2016 verscheen een Nederlandse vertaling: Met vreugde ouder worden.

J.I. Packer (DPhil), Oxford University) serves as the Board of Governor’s Professor of Theology at Regent College. He is the author of numerous books, including Weakness is the Way and the classic best-seller Knowing God. Packer also served as general editor for the English Standard Version Bible and as theological editor for the ESV Study Bible.

De metafoor van de competitie en race is nogal nadrukkelijk in de apostolische geschriften aanwezig: 1 Korinte 9,24-27; Galaten 2,2; Filippenzen 2,16; 2 Timoteüs 4,6-8; Hebreeën 12,1-2. “Put positively, the apostle’s race image clearly combines these four notions: first, clearheaded goal orientation (you run to win); second, purposeful planning (you think out how you should run the race, pacing yourself and preparing the final burst); third, resolute concentration (you put everything second to training for and then running and hopefully winning the race); and fourth, supreme effort (you run flat out, putting everything you have got into what you are doing). Thus Paul conceives the faithful Christian life; the believer runs, as did he.” (70-71)