Afzondering en verbinding

Haar naam zingt rond. Esther Perel is een bekende relatietherapeute. Zij is van Belgische afkomst en werkt in Amerika. Haar eerste boek Erotische Intelligentie verscheen al weer even geleden. Maar haar optreden als Zomergast in 2018 bracht nieuwe aandacht. Ik kocht eind vorig jaar de elfde druk van de Nederlandse vertaling van haar boek uit 2006. Ik snap haar roem. Zij is deskundig, welbespraakt over een universeel en sexy onderwerp, en heeft een vlotte pen. Ik meen door levenservaring iets van erotiek te weten. Toch heeft het boek mijn ogen voor verschillende zaken geopend.

Zo beschrijft zij op bladzijde 30 heel herkenbaar hoe verliefdheid overgaat in liefde. Bij de eerste gevoelens van liefde “rol je uit het alledaagse naar een wereld van emotie en betovering.” Je wilt die liefde veilig stellen en zo wordt zij een steun in je leven. Maar je haalt er spontaniteit uit. Door de passie te controleren, dimt of dooft het vuur en komt de huwelijk-sleur om de hoek. “In langdurige relaties heeft men sterk de neiging om het zekere voor het onzekere te nemen. Maar erotiek gedijt op het onvoorspelbare. Begeerte botst met gewoonte en herhaling. Ze is onhandelbaar en verzet zich tegen onze pogingen haar te beheersen.” (30)

Kijk, dat is mooi gezegd: erotiek gedijt op het onvoorspelbare. Ik moest direct denken aan de jongen en het meisje in Hooglied. Hij onttrekt zich soms aan haar en maakt de liefde onvoorspelbaar. Dus vlamt de hartstocht. Even verderop maakte ik opnieuw de associatie met het Bijbelboek, ook al verwijst Esther Perel er nergens naar. In het hoofdstuk ‘Meer intimiteit, minder seks’ wil de auteur ons vertellen dat begeerte afstand nodig heeft. Als je samensmelt kan er geen verbinding meer ontstaan. Afzonderlijkheid is voorwaarde voor verbinding. “Dit is de wezenlijke paradox van intimiteit en seks.” (45) In dat verband noteert zij: het is moeilijk te vertellen wat je in de ander heeft aangetrokken, als je van elkaar vervreemd bent geraakt. “De eigenschappen die de ideale minnaar beschrijven, zijn altijd zeer lovend. De selectieve verbeelding is aan het werk en geeft zelfs een heerlijk vals beeld, maar wie maalt daarom in het prille begin?” (39) Ja, dat doen de geliefden in Hooglied ook. Zowel zij als hij maakt er werk van het lichaam van de ander te beschrijven. Psychologisch bekeken belicht je daarmee het vermogen van de ander om jou omhoog te halen. “Liefde is zowel een bevestiging van wie we zijn als een transcendentie die er boven uitstijgt.” (40) Boeiende gedachte.

Dat seks en macht veel met elkaar te maken hebben, dat wist ik al, ook uit ervaring. Van Perel leer ik dat wij in feite uit onze prille jeugd het hanteren van macht hebben meegenomen naar ons volwassen leven. “De kindertijd is onze basisopleiding voor machtstactiek. Wij hebben onze wil en onze ouders hebben hun wil. Wij stellen eisen, zij maken bezwaar. Wij onderhandelen over dingen die we willen hebben, zij vertellen ons wat we kunnen krijgen. We leren ons verzetten en we leren ons over te geven. In het gunstigste geval leren we om in evenwicht te blijven, te bemiddelen, te begrijpen. Al deze machtstactieken belanden in onze volwassen relaties, ongeacht onze sekse. De initiatie van het gebruiken van macht is wel zeer verschillend bij jongens en meisjes. Mannen worden bedrevener in directe uitingen van macht, vrouwen in indirecte. Deze verschillen onderscheiden zich in het seksuele script. Als volwassene zijn we op zoek naar beheersing, deels om ons tegen de kwetsbaarheid van de liefde te beschermen. Als we onze hoop op iemand vestigen wordt onze afhankelijkheid groter. Datzelfde geldt voor onze frustraties en teleurstellingen. Hoe meer we nodig hebben, hoe bozer we worden als we het niet krijgen. Kinderen weten dit, geliefden ook. Onze partner is, met onze ouders, degene die ons het snelst onze zelfbeheersing doet verliezen. Liefde gaat altijd samen met haat.” (84-85)

Ook hier vraag ik me af of we in Hooglied daarvan de sporen vinden. De broers van de jonge vrouw vormen een bron van macht. Dreigend zelfs. En de geliefden verzetten zich. Maar misschien kun je ook zeggen dat het hartstochtelijke stel alle ruimte geeft aan onbeheerste emoties. Als vrije kinderen durven zij zich te laten gaan.  “Wanneer we standvastigheid met agressie verwarren, het anders-zijn neutraliseren, onze verlangens aanpassen en onze vijandigheid wegredeneren, bouwen we een kalmte op die geruststellend is maar niet erg opwindend.” (85)

Zo bespreekt Perel de doorwerking van de protestantse werkethiek, puritanisme en hedonisme, de rol van je ouderlijk huis (‘de archeologie van de hartstocht’), het goede van fantasie en het onvermijdelijke van ontrouw. Ik zou nog een aantal onderwerpen noemen die je wijs maken bij langdurige relaties. Dat is misschien wel wat me meest aansprak: zij wil nadenken over de intieme relaties die ook duurzaam willen zijn. Erotiek thuis vereist “…actieve betrokkenheid en weloverwogen intentie. Het is een verzet tegen de boodschap dat het huwelijk een ernstige zaak is, meer werk dan spel, en dat passie voor tieners is en voor onvolwassen mensen.” (246) Dan biedt Hooglied ons dus een inkijk in een spel dat langdurig gespeeld kan worden.

Naar aanleiding van: Esther Perel, Erotische intelligentie: Kun je verlangen naar iets wat je al hebt?11 Amsterdam: Bruna, 2019. Oorspronkelijke titel Mating in Captivity (2006), vertaald door Marga Goeting. Klik hier voor haar website en voor haar Tedtalk over haar boek.